De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

Bij de Platen.

De schildpadden in de Hamburgsche diergaarde. -

De Hamburgsche diergaarde bezit een bijzonder rijke verzameling schildpadden, bestaande uit niet minder dan 102 exemplaren, die 32 onderscheidene soorten vertegenwoordigen.

Het merkwaardig tafereeltje op de eerste bladzijde van dit nummer vertoont ons het oogenblik, waarop deze uitheemsche kostgangers hun ontbijt ontvangen. Wanneer 's morgens de oppasser met zijn korf vol groen in het hok verschijnt en zijn voorraad in de soort ruif uitpakt, komt er al gauw leven in de anders zoo vadsige beesten.

Zoo even lagen de meeste nog met ingetrokken kop in den zoeten morgenslaap gedompeld, terwijl andere, zonder zich in het minst om hun omgeving te bekommeren, langzaam en onbeholpen rondkropen. Maar nu komt de een na den ander op de ruif aangekrabbeld. Van links en van rechts tegelijk komen de groote tafelschildpadden, kenbaar aan haar hooge bolle schaal, waarvan de afzonderlijke vakken elk een lichte vlek in het midden hebben, op het voeder af; een van de gretige dieren poogt zelfs over de ruif heen te klauteren.

De mooi gevlekte luipaardschildpad is een van de eersten op haar plaats, en zelfs de twee kolossale aldabra-schildpadden, ware reuzen onder haar geslacht, leggen bij deze gelegenheid haar gewone traagheid af; de eene schijnt zelfs den oppasser op zij te willen dringen.

Dat ook de fraai gestreepte sierschildpad en naast haar de zeldzame straalschildpad van Madagaskar niet ontbreken, was te verwachten; ook zij behooren toch tot de landschildpadden, die zich alle met planten voeden. De reuzenzeeschildpad daarentegen met de lange vinvormige voorpooten wendt zich met afschuw van dat vegetarianenmaal af, dat volstrekt niet met haar smaak overeenkomt.

Van links nadert de langstaartige alligator-schildpad, die als echt roofdier ook van dien flauwen koolkost niet gediend belieft, maar enkel het ontbijt van haar kameraadjes van nabij wenscht gade te slaan. Ook de moerasschildpadden op den voorgrond, de doornschildpad en de Noord-Amerikaansche terrapins komen door de algemeene bedrijvigheid in beweging, ofschoon zij evenmin aan het sobere groentenmaal deelnemen. Naar gelang van het jaargetij bestaat dit uit sla, groene of witte kool en de bladeren van den leeuwetand. Dat er voor de talrijke moerasschildpadden, die de kooi meebewonen, daarenboven vleesch en visch in behoorlijke hoeveelheid wordt aangebracht, behoeft natuurlijk geen vermelding.

De jonge jager. -

Jagen is evenals visschen, zwemmen, paardrijden, fietsen of schaatsenrijden en eigenlijk alle sport, een ding, dat men in zijn jonge jaren leeren moet, wil men het er tot een zekere hoogte in brengen en er het rechte plezier van hebben.

Wie als knaap niet van nature jacht maakt op alles wat maar levend te grijpen of te vangen is, wordt nooit een echte jager. Bij die vroegtijdige oefening komt de leiding van een ervaren meester natuurlijk goed te pas.

De fiksche jongen op onze gravure heeft het voorrecht, van de wenken en raadgevingen te kunnen gebruik maken, hem door den bejaarden jachtmeester met voorkomende belangstelling gegeven. En dat hij daarvan goed profiteeren zal, bewijst de oplettendheid, waarmee hij diens lessen aanhoort: zijn schrandere oogen zijn onafgewend op het spoor gevestigd, dat de oude hem aanwijst, en met krachtigen greep omvat hij het geweer. Aan heel zijn houding zou men zeggen dat uit dien knaap eenmaal een geweldige Nimrod moet groeien.

De eerste pijp. -

Ook pijprooken moet jong geleerd worden, schijnt de deugniet onzer laatste gravure te denken, en tot groote bewondering van zijn kleiner broertje maakt hij van grootvaders afwezigheid gebruik om diens zwart doorgerookten gouwenaar te stoppen en op te steken.

't Is koddig de zelfvoldoening te zien, waarmee hij het heldenfeit verricht, dat hem in eigen oogen minstens een kop grooter maakt en ver boven zijn onnoozel broertje doet uitsteken. Maar naar alle waarschijnlijkheid zal het hem leelijk opbreken!