De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12

[p. 17]

[Nummer 3]

[p. 18]

Bij het portret van
Z.D.H. Mgr. P.M. Snickers.

De beeltenis van 's Bisschops dierbre trekken

Kan wel in mij de zoete erinnring wekken

Der vastberadenheid, die ons zijn oog,

Als wankelheid of druk ons nederboog,

Toestraalde om nieuwen moed in 't hart te ontsteken;
Maar ach! de dood heeft spoorloos weggestreken

Den trek, die over 't rustige gelaat

Vlug henengleed, wanneer een beê om raad,

Om hulp of troost tot medelijden wekte
En 't diep gevoel van 't edel hart ontdekte.

Geen schalken lach, bloô schuilgaand om den mond,

Die 't snedig woord voor 't geestig denkbeeld vond;

Geen ronding van de wenkbrauw om te wenken,
't Ontvallen woord nog eenmaal te overdenken;

Geen vaderlijk aanmoedigend gebaar

Wordt in dit beeld mijn oog nu meer gewaar.

O kon 'k nog eens 't eerwaardig hoofd aanschouwen,
Zooals 't, van zorg gerimpeld, door vertrouwen,

Berusting en geloof verhelderd scheen

Voor 't outer in beschouwing en gebeên!

Haarlem, 16 Mei '95.
B.