Een dronk na het spel. -
Ook hier is een lied gespeeld en kennelijk van vroolijker, luchtiger aard dan de weemoedige tonen, die straks de oude dame tot het verleden terugvoerden. Te oordeelen ten minste naar het voorkomen der beide luitspelers, mag men wel aannemen dat zij een lustig deuntje hebben gevedeld. En het lied zelf zullen ze er wel bij gezongen hebben; want nu schijnen hun kelen droog en voelen zij hehoefte aan een verfrisschenden dronk.
Het tafereeltje verplaatst ons in den opgewekten, levenslustigen tijd der Renaissance, op de een of andere schitterende en weelderige adellijke huizing. Dat bewijst ons de rijkdom der costumes en de kwistige pracht van huisraad en tafelgerei.
Bracht de vorige gravure ons de achttiende eeuw met haar sentimenteele droomerijen te binnen, uit dit kloek schilderij waait ons de frissche geest tegen van een mannelijker tijd en een krachtiger geslacht.