Bij de Platen.
Vaders thuiskomst. -
Hoe gevaarlijker het bedrijf van den visscher is en hoe meer zorg en angst zijn liefhebbende vrouw gedurende zijn afwezigheid uitstaat, des te grooter is natuurlijk ook de vreugde van het weerzien. Hebben op zee wilde stormen gewoed, die zijn onttakelde schuit in den afgrond dreigden te boren en hem in elk geval noodzaakten, dagen lang in duizend vreezen op de onstuimige baren rond te zwalken, o hoe heerlijk lacht hem dan de huiselijke lust tegen aan den gezelligen haard, waar vrouw en kinderen hem met blijde kreten verwelkomen! En dat geldt misschien nog meer van de huisgenooten, die in bangen kommer naar vaders thuiskomst hebbenuitgezien als, na het uitwoeden van den storm, achtereenvolgens de gehavende schuiten binnenvielen en zij van de verwoestingen hoorden, door het noodweer op zee aangericht.
‘kiele kiele!’ naar de schilderij van h. sondermann.
Nu is alle vrees, alle zorg voorbij. Het blijde weerzien doet alle uitgestane angsten vergeten. De jonge vrouw reikt den binnentredenden echtgenoot al van verre het kind uit de wieg toe, dat hem de armpjes toesteekt om hem te omhelzen. Een dreumes van een jaar of drie, vier ijlt vader aan de deur al te gemoet en klemt zich kraaiend vast aan zijn hooge waterlaarzen.
Wat een geluk in het nederige visschershuisje, dat in zijn kleinen om vang grooter schatten bergt dan menig vorstelijk paleis. Wat toch kan halen bij de weelde van oprechte huwelijksliefde en oudervreugd!