Na het sluiten van den vrede werd hij als gezant naar Lissabon gezonden en bij de verheffing van Napoleon tot keizer door dezen tot maarschalk en spoedig daarop tot hertog van Montebello benoemd.
Weldra zou hij weer nieuwe lauweren plukken op het bloedige oorlogsveld Bij den veldtocht tegen Oostenrijk in 1805 voerde' hij in den slag van Austerlitz den linkervleugel aan, achtervolgde de vluchtende Russen en bezette Moravië.
Het volgende jaar, bij den oorlog tegen Pruisen, overwon hij den vijand bij Saalfeld, opende den slag van Jena en nam de sterke vesting Spandauin. Kort hiorop zwaar gewond in den slag bij Pultusk, kwam hij pas een jaar later weer in het leger terug en vormde te Mariënbnrg een reserveleger, tot ondersteuning van maarschalk Lefebvre, die Dantzig belegerde.
Na de overgave dezer vesting overwon hij de Kussen in den geweldigen slag van Friedland, waarmee aan dezen veldtocht een einde kwam.
Uit het hooge Noorden trok Lannes nu naar het Zuiden, naar Spanje, waar hy bij Tudela de Spanjaarden versloeg en daarna de beroemde belegering van Sagarossa ondernam, door Palafox heldhaftig verdedigd.
Maar nauwelijks waren de Fransche adelaars ook hier zegevierend, of weer trok de maarschalk naar Oostenrijk, dat opnieuw Napoleon den oorlog had verklaard. Hier zou de nauwelijks 40jarige held den dood vinden op het slagveld. Na met de voorhoede van het Fransche leger de grijze keizérsstad Weenen te hebben ingenomen, voerde hij in den bloedigen slag van Esslingen, waar aartshertog Karel den Franschon hardnekkig de overwinning betwistte, bevel over het centrum. Een kanons, kogel verbrijzelde zijn beide beenen, en nog op het slagveld werd een daarvan afgezet, wTelke operatie hij met den grootsten moed verdroeg.
De gravure in dit nummer stelt het oogenbhk voor, waarop de keizer, nadat de amputatie was afgeloopen, voor de baar, waarop zijn wapenbroeder lag uitgestrekt, neerknielde en met tranen in de oogen de hand van den dapperen maarschalk in de zijne drukte. Negen dagen later stierf Lannes te Weenen, na de hoogste macht van het Napoleontische keizerrijk aanschouwd, maar gelukkig niet diens val beleefd te hebben. In 1810 werd zijn lijk in het Pantheon te Parijs bijgezet, maar na het herstel van het koningschap op het kerkhof Père-Lachaise begraven, waar naast hem zooveel andore beroemde maarschalken van Frankrijk, als Ney. Macdonald, Kellerman, rusten.