Ingang der groote moskee te Damascus. -
Damascus behoort tot die klassieke steden, wier namen in de wereldhistorie met onvergankelijke letteren staan opgeteekend. Sedert eeuwen een der brandpunten van de Muzelmansche dweepzucht, bewaart zij nog tal van oud-christelijke herinneringen. Zoo wijst men in de langste en fraaiste staat (Tarik el Mostakim, rechte straat) nog het huis aan, waar de apostel Paulus zijn intrek zou hebben genomen, en de stadspoort, waarheen deze straat leidt, heet nog Pauluspoort. Het is een overoud gebouw uit kolossale steenblokken opgetrokken, en men ziet daar ook nog huizen op den stadsmuur evenals in den tijd, toen de apostel door zulk een huis over den muur buiten de stad werd gelaten. Nog andere gebouwen worden in verband gebracht met den grooten Romein, die op den weg naar Damascus door den genadestraal werd getroffen, waaraan hij zijn bekeering en de wereld den apostel der heidenen dankte.
freiburg en zijn universiteit. - minister van onderwijs python, Stichter der Universiteit.
Ook de gedachtenis van Johannes den Dooper leeft nog voort onder de Mohammedaansche bevolking, die in een der kapellen van de Groote Moskee het afgehouwen hoofd van des Heeren Voorlooper beweert te bewaren. In elk geval is in dat merkwaardige gebouw nog een gedenksteen ter eere van den H. Johannes te zien afkomstig uit de christelijke kerk, die eenmaal de plaats innam, waar thans de moskee haar zeven minarets verheft. Oorspronkelijk stond op deze plek een Corinthische tempel, dien keizer Heraclius door een kerk van den H. Joannes den Dooper verving.
Dit heiligdom werd echter door den overweldiger Timoer van zijn luister beroofd en veranderd in een moskee, die door verloop van tijd een der voornaamste heiligdommen werd van den Islam. Het is de Dsjami der Omajaden waar nog een exemplaar wordt bewaard van den koran van kalif Othman. Dit meesterstuk der Arabische bouwkunst dagteekent van kalif Abd el Malik, die van het jaar 705 tot 715 regeerde en de vijfde kalif was uit het huis der Omajaden.
Op een der zeven minarets, Madinet Isa genaamd, zal volgens het geloof der Muzelmannen op den jongsten dag Christus uit den hemel neerdalen.
Het middelschip van het prachtige gebouw rust op twee rijen zuilen van serpentijn, graniet, porfier en veelkleurig marmer ter hoogte van veertig meter. Vier groote poorten openen zich naar de vier hemelstreken. Een dier monumentale ingangen wordt door onze gravure weergegeven, die tevens een interessanten blik levert op het schilderachtig schouwspel van het Mohammedaansche leven in zulk een heiligdom. Op den voorgrond zien wij de wachters der moskee zich den tijd korten met een gemoedelijk praatje of met naar de duiven te kijken, die daar in vrijheid ronddartelen, terwijl over het zonnige voorplein een godsdienstige stoet met ontplooide vanen schijnt te naderen.
Behalve de Groote Moskee heeft Damascus nog bij de twee honderd vijftig kleinere moskeeën. De bevolking, die uit 120.000 zielen bestaat, is dan ook overwegend Mohammedaansch en onderscheidt zich van ouds door fanatieken Christenhaat, waarschijnlijk nog een overblijfsel uit den fellen strijd, die hier eenmaal ten tijde der kruistochten tusschen het Kruis en de Halve Maan heeft gewoed. De ontzaglijke citadel, die zich met haar zware muren en torens aan de westzijde van Damascus uitstrekt, moet nog uit den tijd der kruisvaarders dagteekenen.