Het landhuis der koningin-regentes van Spanje te San Sebastian.
Daar de hitte in de zomermaanden het verblijf te Madrid ondraaglijk maakt, gaat de koningin-regentes met haar kinderen jaarlijks den zomer doorbrengen te San Sebastian, een oud plaatsje aan den oever der golf van Biscaye, dat in de laatste jaren, dank aan het geregeld bezoek van het hof, een aristocratische badplaats is geworden van den eersten rang.
Vroeger met oude muren omringd, heeft San Sebastian die sinds lang gesloopt om plaats te maken voor de nieuwe straten en ruime wandelparken. De trams doorkruisen de stad in alle richtingen en het electrisch licht heeft er den laatsten stempel der negentiende-eeuwsche beschaving op gedrukt.
Kort geleden nog maar een onaanzienlijk zeedorp, is San Sebastian thans een fraaie stad van 25.000 zielen, waar in den zomer heel de groote wereld van Spanje samenstroomt. Die snelle opkomst heeft zij ongetwijfeld te danken aan de koningin-regentes, die reeds verscheidene zomers te San Sebastian heeft doorgebracht op het landgoed van een harer hofdames, de hertogin van Bailen. Thans bezit zij zelt dicht bij het strand een landhuis, waarvan wij in dit nummer een afbeelding geven. Het eenvoudig, doch sierlijke gebouw is opgetrokken in den trant der zoogenaamde cottages van de Engelsche aristocratie en heeft drie verdiepingen. Bij den bouw is meer rekening gehouden met het gerief van binnen dan met de pracht van buiten.
Bij het binnentreden, komt men in een groote gang, die bijna het heele paleis doorloopt. Rechts daarvan heeft men de kleerkamer; verder het salon bureau van de koningin-regentes met een kleine toiletkamer, waarin een binnen trap, die naar de eerste verdieping leidt. De groote trap is bijzonder fraai en helder evenals de groote vestibule. Rechts van de gang vindt men vervolgens een bibliotheek met leeszaal alsmede de eetzaal van 16 m. 50 lengte bij 8 m. 20 breedte, met een prachtigen mirador, vanwaar men een heerlijk uitzicht heeft op de zee, de stad en de bergen Ulia, Urzull en Iguelda.
Links van de gang heeft men een bureau en dienstvertrek voor een intendant van het paleis, een salon voor particuliere recepties van de regentes, een zaal voor de officieele recepties met een overdekte galerij tot uitgang, de biljartzaal en eindelijk nog een bijzondere vestibule tot particulieren ingang voor Hare Majesteit.
Op de eerste verdieping heeft men rechts van de gang de vertrekken der koningin met heerlijke gezichten naar het zuiden, alsmede de vertrekken voor de hofdames bestemd; links van de gang is de speelzaal van den kleinen koning met zijn vertrekken en die van de prinsessen, met prachtige gezichten op zee. De vertrekken des konings hebben een trap, die op een toren van 28 meter hoogte uitloopt.
Het meerendeel der bouwstoffen, voor dit paleis gebruikt, zijn uit de streek zelf afkomstig. De natuursteen, het marmer en de baksteen komen uit de provincie Guipuzcoa; alleen de dakpannen zijn uit Engeland moeten aangevoerd worden wegens den eigenaardigen vorm van het dak. In het park, op twintig minuten afstands van het eigenlijke paleis, staat een ander gebouw in denzelfden trant opgetrokken en bevattende de vertrekken van het personeel, den concierge, een post-, telegraaf- en telephoonkantoor, de inrichting voor de electrische verlichting van het paleis en de tuinen, alsmede de stallen en koetshuizen.
Dit echt vorstelijk landhuis is gebouwd naar het ontwerp van den Engelschen bouwmeester Seldenwornum. In Juni 1889 begonnen, is het in Maart 1893 voltooid.
Van uit de vensters heeft de koninklijke bewoonster voortdurend de zee voor zich met haar rustelooze beweging en des avonds, als de zon aan de westerkim verdwijnt, kan men er de schuiten der sardijnenvisschers zien binnenvallen, met haar blanke zeilen wedijverende wie het eerst de haven zal bereiken. De koningin hoeft maar een paar treden af te dalen om in haar badkamer te komen, die zij alleen verlaat om te zwemmen, omringd van zes krachtige Baskische zwemmers in blauw costuum.
Van de balkons der villa geniet men bovendien een heerlijk vergezicht op het schilderachtige land met de Pyreneën in het verschiet. San Sebastian heeft namelijk bekoorlijke omstreken, die den badgasten gelegenheid bieden tot talrijke en altijd afwisselende uitstapjes. Onze gravure op bladz. 180 kan daarvan een denkbeeld geven.
Od een uur afstands heeft men het lieve havenplaatsje Santa Isabella de los Pasages, gewoonlijk bij afkorting Pasages genoemd, een der beste havens aan deze rotsachtige kust, en met de tram in een kwartiertje te bereiken. Wij geven in dit nummer een afbeelding van de kade la Herrera, die daar pas is aangelegd en die voor ons Nederlanders niet zonder belang is, daar dit kolossale werk door landgenooten werd tot stand gebracht, die in het verre Spanje de eer der Hollandsche waterbouwkunde ophouden. De werken voor die kade, in Januari 1892 begonnen, werden namelijk uitgevoerd door de heeren A. Volker Lz. en P.A. Bos, onder leiding van den heer Herman Bomert.
De kade is 320 meter lang en 15 meters hoog en heeft ongeveer 370.000 gulden gekost. Er werd gedurende twee jaar door een driehonderdtal arbeiders aan gewerkt. De steenen voor den kaaimuur werden aangevoerd uit een naburige steengroeve door middel van een locomotief en bascule waggons, die dagelijks 250 kubieke meters steen verplaatsten, terwijl voor het wegruimen der rotsen onder water een machine gebruikt werd van 100 paardenkracht.