De Boterwet.
Ieder beschaafd Nederlander weet, dat zeker schrander en practisch minister, om aan de ergerlijke vervalsching der boter een einde te maken, ons volk met de nooit volprezen Boterwet heeft begiftigd. De voorlezing daarvan door den veldwachter had in zeker dorp, dat hoofdzakelijk van boter leeft, (wel te verstaan: de fabricatie daarvan) groote vreugde veroorzaakt. De boeren en boterfabrikanten drukten elkaar met geestdrift de hand, in de stellige verbeelding, dat de zaken nu wel een beteren keer zouden nemen
Zelfs het stomme vee in de weide drukte op zijn manier zijn vreugde uit' daar de eer van het Nederlandsche rund op de buitenlandsche markten weer hoog zal worden gehouden door de zuivere, heerlijke, goudgele roomboter.
Ook de burgervrouwtjes begroeten de wet met ingenomenheid, daar zij voortaan voor hun goede geld weer zuivere waar zullen krijgen.
De eerste gevolgen blijven al niet uit. Overal verrijzen nieuwe boterwinkels, waar men, (o heerlijke wet) dagelijks versche roomboter kan krijgen voor een spotprijsje. En, wat de zuinige huismoeders in verrukking brengt, op een pond toe. Eerlijk en zuiver gewogen, zonder bedrog, uit hetzelfde vaatje - op 1 pond krijgt men een half pond toe.
Een paradijs, een Dorado, een Eden, opent zich nu in den droom voor de verrukte blikken van de Nederlandsche jeugd. Boterhammen, een vingerdik gesmeerd (de boter is immers goedkoop) worden met genot verslonden. Zelfs de vermaarde Hollandsche huisvrouw verloochent haar zuinigheid en springt kwistig met de boter om. Evenwel, de gesmolten boter heeft zoo'n vreemde kleur en stolt zoo wonderlijk; en de versche boter heeft zulk een eigenaardigen smaak... De huismoeder weet niet: ze ruikt... ze kijkt.. ze proeft.. En terecht begeerig daar het fijne van te weten, stuurt ze een monster op tot onderzoek. De professor komt tot de conclusie, dat het fabrikaat bestaat uit een mengsel van 75 pCt margarine en 25 pCt. van nog wat anders. Of dat andere zuivere boter was wordt nog onderzocht. O gezegende Boterwet!