De benamingen van de munten bij de moderne volken. -
Het woord mark is een overoud Duitsch woord, dat voor het eerst in de XIe eeuw te Keulen opduikt. De pfennig, penning oorspronkelijk phanting, hangt met het woord pond samen. De gulden komt van goud. Op den kreuzer stond vroeger een kruis als muntstempel. De Fransche franc (sedert 1 Juli 1796 in de plaats van het Livre Tournois) verloochent zijn afkomst niet. Het woord sou is verfranscht uit het Latijnsche solidus, een Romeinsche munt. Het Italiaansche lira heeft zijn naam te danken aan het Latijnsche libra, dat pond beteekent. Het Spaansche peseta beteekent het gewogene, de Portugeesche munt reis koningsmunt. Het Russische roebel gaat terug tot den tijd, toen men in Rusland met een van een zilverstaaf afgehouwen (rubit) stuk betaalde. De kopeke heeft haar naam van de lans, die de daarop algebeelde keizer droeg. Het Engelsche sterling is ontstaan uit easterling, oostelijk, omdat koning Richard muntmeesters uit Duitschland, dus uit het Oosten, liet komen. De shilling leidt zijn naam waarschijnlijk, evenals sou, van het Latijnsche solidus af. De tot 1816 gebruikelijke guinea (guinje) moet het eerst uit in Guinea gevonden goud gemunt zijn. Penny is het Duitsche woord pfennig, evenals het Amerikaansche dollar het Duitsche thaler en ons daalder is. De dinar van Servië is de denarius der Romeinen. Het Turksche piaster ten slotte is afgeleid van het Italiaansche piastro, metalen plaat.