Bij de Statuette van Maria Stuart.
Zoolang er tranen zullen zijn op aarde, zullen er ook tranen worden gestort over deze koninklijke doode, en de vereering der levenden zal nooit ophouden, met volle hand leliën en rozen te strooien op haar graf. O lezer, vergun mij nog eenmaal de nagedachtenis van Maria Stuart te doen ontwaken in uwe ziel, nu deze nagedachtenis de bezieling heeft gegeven tot een groot en edel kunstwerk, eene statuette van de hand des beeldhouwers, Leo Stracké, te Rotterdam. Ik moet het erkennen, 't is door mijn toedoen, dat deze beeltenis der weergalooze koningin in den handel komt, in goed bewerkte afgietsels. De beeldhouwer wenschte zijne statuette in marmer uit te voeren voor eene Londensche tentoonstelling, en kwam tot mij, omdat het hem bekend was, dat ik meer dan één gelijkend portret, zoowel in beeldhouwwerk als in gravure, in mijn bezit had, en ook met juistheid het kostuum der koningin in haar laatste optreden kon aangeven. Zoo kwam ik tot de bezichtiging, eerst nog maar van zijne schets, doch dezer schoonheid trok mij reeds dadelijk zoo krachtig aan, dat ik niet nalaten kon hem voor te stellen: ‘Doe eene poging, om dit werk algemeenen ingang te doen vinden in de beschaafde katholieke huisgezinnen van ons land. Stel het in goede afgietsels algemeen verkrijgbaar: het dunkt mij daarvoor uitstekend geschikt.’ De heer Stracké vereenigde zich met mijn voorstel, en weldra zal zijne statuette in den handel komen. De Katholieke Illustratie wil mij helpen, er de aandacht van het publiek op te vestigen, waarvoor ik haar zeer dankbaar ben.
***
Terecht heeft de kunstenaar Maria Stuart voorgesteld in het merkwaardigste oogenblik van haar veelbewogen leven, en zooals zij was in haar laatsten gang, naar het schavot en ter dood. Vergun mij, nog een oogenblik te herinneren, hoe haar optreden door de ooggetuigen eenparig beschreven wordt. ‘Zij had hare rijkste kleederen aangetrokken, een kleed van zwart satijn, een mantel, ook van zwart satijn met bont omzet en met een langen sleep, over haar hoofd een kanten sluier, die achterover geslagen was en tot op den grond afhing. Om haar hals droeg zij een gouden kruis, en een rozenkrans hing aan haar middel. In de hand had zij het kleine kruisbeeld, zooeven van het altaar harer kleine kapel genomen. Haar tred was vast, en hare houding kloek. Zonder ontroering hield zij de blikken uit der toeschouwers, en het gezicht van het schavot, van het blok en van den scherprechter. Zij ging in de zaal voort met dezelfde bevalligheid en majesteit, die zij in gelukkiger dagen zoo dikwijls getoond had in het paleis harer voorvaderen.’
maria stuart,
Statuette van Leo Stracké.
Voortreffelijk is de beeldhouwer in zijn arbeid geslaagd, en men kan zien dat de onvergetelijke nagedachtenis hem heeft bezield. De juistheid der schoone gelaatstrekken, zoowel als van het kostuum, de wonderbare adel des optredens, de koninklijke majesteit der geheele figuur, moeten elk beschouwer dezer ideale gestalte verrukken. Er is in de statuette eene grandeur, die zich niet laat beschrijven, maar die het hart diep treft. Hooge beminnelijkheid, onbeschrijfelijk lijden en vlekkelooze onschuld, als die drie machten, ieder afzonderlijk, reeds eene onwederstaanbare werking uitoefenen op ons gemoed, in Maria Stuart zijn zij alle drie vereenigd in den allerhoogsten trap, zóó vereenigd dat het bitterste lijden nooit afbreuk doet aan de beminnelijkheid, en dat het volle bewustzijn van onschuld nooit een oogenblik op den achtergrond treedt bij al de drukkende zwaarte van haar lot. En bij dat alles is zij koningin, koningin is zij geboren en gezalfd, koningin blijft zij tot in den allerlaatsten snik van haar laatste uur. Dit alles heb ik reeds twintig jaar geleden over haar geschreven en laten drukken; eerst heden werd het door de statuaire kunst plastisch uitgedrukt. Maar sinds dien tijd kwam er nog eene hoog merkwaardige gebeurtenis bij: de bisschoppen van Schotland hebben gezamenlijk en officiëel een verzoekschrift tot den H. Stoel gericht, om hunne hooge koningin zalig te verklaren. Na driehonderd jaren is hare nagedachtenis nog niet vergeten, en het woord blijft waar: Zoolang er tranen zullen zijn op aarde, zoo lang zullen er ook tranen worden gestort over deze koninklijke doode, en de vereering der levenden zal nooit ophouden, met volle hand leliën en rozen te strooien op haar graf.
***
Geen wonder, dat het mij verheugt, een zoo edel kunstwerk aan deze onvergetelijke heldin van ons geloof gewijd te zien, geen wonder dat ik blijde ben, aan de hierbij gaande afbeelding der statuette deze regels ten geleide te kunnen geven. Ik wil er alleen nog bijvoegen, dat zij eene hoogte heeft van 60 cM. en de kleur van terracotta, aldus geschikt is ter versiering van elk vertrek. De prijs is f 12. - en als uitgever treedt op de heer de Haas, Paleisstraat te Amsterdam, bij wien zij te zien is.
J.A. de Rijk, Pr.
Seminarie Hageveld.