Toespraak van den oud-aalmoezenier, den HoogEerw. Heer F.B. Paaps.
Ecce quam bonum et quant jucundum habitare fratres in unum sub umbra Immaculatae Virginis Mariae.
Ziet hoe zoet en hoe aangenaam het is, als broeders te wonen onder de bescherming van de Onbevlekte Maagd Maria.
Woorden door Z.H. Pius IX geschreven op het Boek der Congregatie van de pauselijke Zouaven den 12 December 1866.
Opperbevelhebber, Wapenbroeders,
Niettegenstaande de pauselijke vlag nog het rouwfloers draagt; niettegenstaande de Pauskoning nog in het Vaticaan als in eene gevangenis zucht; toch zijne onze geesten verheugd en onze harten verblijd! En waarom? Omdat zij bewaarheid vinden de aangehaalde woorden van Pius IX: O! hoe zoet en hoe aangenaam is het toch als broeders vereenigd te zijn. Ecce quam bonum et quam jucundum habitare fratres in unum. Ja, zoo hard onze scheiding voor 22 jaren was, zoo zoet is nu ons weerzien
Gedenkt gij nog dien noodlottigen dag van 20 September 1870? Overwinnaars op alle punten ziet gij op eens de witte vlag opgeheschen! Gij moet uw zegepralend gevecht staken! En wat nog meer is, na als leeuwen zegenvierend gevochten te hebben, moest gij als lammeren gedwee naar de slachtbank geleid worden, om op het altaar van Rome, niet uw lichaam en uw bloed, dat ware het minste geweest; maar uw wil en uwe ziel ten offer te brengen. Herinnert gij u nog, hoe wij op het St.-Pietersplein stonden? Nu een bedroefden oogslag op St. Pieterskerk, dan een betraanden blik op het Vaticaan. Daar is St. Pieters Stoel; daar woont onze Paus-Koning.
Hoort gij de trompetten den aftocht blazen? In gelid! voorwaarts! Een laatste blik op St.-Pietersdom! een laatste oogslag op het Vaticaan. Daar wordt eensklaps een venster geopend. Pius IX de Paus-Koning komt te voorschijn. Op commando staat het zouavenkorps stil. Het genou terre klinkt, en terwijl de trompetten het indrukwekkend au champ blazen, geeft Pius IX ons voor de laatste maal zijn zegen. Oorverdoovend klinkt: Evviva Pio nono en leve de Paus-Koning uit alle monden en terwijl Pius IX van aandoening in de armen zijner kamerheeren in bezwijming valt, moest gij, de oogen vol tranen en het hart vol droefheid, vooruit; en terwijl ik naar het hospitaal S. Spirito de smart van hun Vader en het vertrek hunner wapenbroeders aan de zieken en gekwetsten mededeelde, trokt gij in gelid de lage vertegenwoordigers van eenen meineedigen overweldiger voorbij. Te Castelfidardo, Mentana en Rome hadt gij getoond dat gij kondet vechten als leeuwen, nu op het hooge van de Stad der zeven heuvelen moest gij Urbi et Orbi aan geheel de wereld toonen dat gij kondet gehoorzamen als lammeren. U scheen door Christus' Stedehouder gezegd te zijn: gaat en onderwijst alle volkeren de gehoorzaamheid, die deugd, waaraan onze ongeluk kige tijden het meest behoefte hebben, die deugd die alleen den mensch, de familie, de dorpen, de steden, de landen en de samenleving kan gelukkig maken! En uit de hoogte des hemels scheen God u toe roepen: Melior est obedientia quam victimae, het is beter te gehoorzamen dan te sterven.
Dit was onze Goede Vrijdag; maar wij hadden ook onzen Palmzondag gehad. Beter dan ik weet gij, want gij waart de werktuigen, hoe de roode draak met zeven koppen, dien de meineedige koning van Piëmont op Rome afzond, door het zouavenkorps te Bagnorea, Subiaco, Monte-Libretti, Nerola, Farnese, Viterbo en Monte-Rotondo gekwetst, eindelijk te Mentana verpletterd wierd Eene welsprekende stem zal u heden die overwinning bezingen; dat het mij vergund zij, u eene enkele herinnering in het geheugen te roepen: onze zegepralende terugkomst in Rome. Overal wappert de pauselijke vlag; het kanon van den Engelenburcht dondert door het luchtruim; al de klokken van Rome galmen; vreugdekreten vervullen de lucht; alles roept ons het welkom toe! Fier stapten wij over een tapijt van bloemen terwijl het kronen op onze hoofden regende. Bij de kerk van S. Maria della Vittoria groetten de zegepralende banieren van Lepanto onze zegenvierende doorschoten vlag en uit alle monden klonk het: Leve de Paus-Koning! leve de Charette! leven de zouaven! leven de overwinnaars van Mentana!
de hoogeerw. heer f.b. paaps,
Kanunnik, Pastoor-Deken te Lubbeek, Oud-Aalmoezenier der Pauselijke Zouaven.
En nu zijn wij hier in Utrecht als broeders vereenigd, om met onzen moedigen opperbevelhebber aan het hoofd het zilveren jubelfeest van den roemwaardigen dag te vieren; daarom zijn onze geesten verheugd en onze harten verblijd; en wij ondervinden de waarheid van de woorden, die Pius IX voor zes en twintig jaar op ons Congregatie boek schreef: Quam bonam et quam jucundum habitare fratres in unum; hoe zoet en hoe aangenaam is het als broeders vereenigd te zijn.
Maar hetgeen mij het meest verheugt, hetgeen mij zelfs verwondert, is, dat wij na vijf en twintig jaren nog zoo talrijk en zoo welvarend zijn. Waaraan is dat toe te schrijven? Elk koninklijk huis heeft zijn wapen. Elke dienaar van dat huis draagt dat wapen. Zoo had de Paus-Koning ook zijn wapen en als zouaven van den Paus, dienaren van de H. Kerk, prijkte dat wapen op onze borst. Twee sleutels dooreen, gekroond door de driedubkroon spelden wij met fierheid door onze epinglette op onze borst; maar ter zelfder tijd droeg ons korps de kenteekenen der ware Kerk van Christus in het hart en vandaar die wonderbare levenskracht, die in de Kerk van Christus leeft, ook in het zouavenleger. Zooals de Kerk van Christus een, heilig, katholiek of algemeen is en wonderbaar voortduurt, zoo is het zouavenkorps een, heilig, algemeen of katholiek geweest, is het nog en zal het blijven zoo lang 't het wapen der Kerk op de borst, en de kenteekenen der Kerk in het hart draagt; en dan zal de God der krijgsheiren dit leger wonderlijk blijven bewaren. Hij zal met ons zijn tot het einde der eeuwen, usque ad comsommationem saeculi Wij zijn een. Een in hoofd en in leering. Gaat naar alle landen en vraagt aan elken zouaaf: wie is uw hoofd? En in alle talen zal men u antwoorden: de Charette! die beminde opperbevelhebber, dien wij hier in ons midden voor den God der heirscharen zien knielen en dien ik hier in ons aller naam eerbiediglijk groet. De Charette is met het zouavenkorps één geworden Ziet gij een zouaaf, dan denkt gij aan de Charette, ziet gij de Charette, dan denkt gij aan geheel het zouavenkorps!
Een in hoofd, zijn de zouaven ook een in leering. Welke was en is onze leering? De vijanden der H. Kerk bestrijden door alle wettige middelen, zwaard, pen, tong en gebed. Door het zwaard heeft men het ondervonden; door pen en woord ondervindt men het; door het gebed zal men het ondervinden. Ut innimicos Ecclesiae humiliare digneris, Heer! gewaardig u de vijanden der Kerk te vernederen, - zal ons gebed blijven totdat wij door pen en woord en zwaard de volkomen zegepraal der H. Kerk bekomen hebben.
Het zouavenkorps was ook heilig. Heilig in zijn roeping; heilig in zijn streven; heilig in het beste deel zijner leden. Waarom verlieten wij onze ouders, broeders en zusters, vrienden en kennissen? Waarom verlieten wij ons vaderland? Om het heden noodzakelijk tijdelijk gezag der Pausen, dat de zaak der Kerk en van God is, te verdedigen Kan men iets heiligers vinden?
Met die heilige roeping was al wat gij in Rome deedt heilig. 't Zij gij aat of dronkt, waaktet of sliept, vocht of rusttet, alles was voor 't geloof.
de weleerw. heer h.a.r. kleinschmit,
Kapelaan te Raalte, oud-korporaal der Pauselijke Zouaven.
Sta mij toe hier eenige van uwe bezigheden te herdenken en gij zult zien hoe heilig gij waart. Herinnert gij u nog dat avondgebed in de kazerne? Herinnert gij u nog dat avondgebed in het kamp van Rocca di Papa, toen gij, in bataillon carré om uwen aalmoezenier geschaard, op zijn gebed in uwe moedertaal antwoorddet? en als wij op het einde, ons gewoon sluitgebed: Laudate Dominum omnes gentes, dat alle geslachten den Heer loven, aanhieven, hoe dat de hooge bergen onze laatste woorden: Laudate Eum omnes populi, dat alle volkeren hem loven, herhaalden? Gedenkt gij nog die militaire mis? Heugen u nog die vergaderingen der Congregatie, het octaaf der Onbevlekte Ontvangenis en de schoone Meimaand? Herinnert gij u