Wetenswaardig Allerlei.
De phonograaf vóór Edison. -
Het is al meermalen gebleken, dat men niet te licht aan plagiaat moet denken, als twee vindingrijke koppen, zonder van elkaar iets af te weten, op een zelfde vernuftig denkbeeld komen. Natuurlijk echter staat hij, die met zijn uitvinding het laatste komt, altijd bloot aan de verdenking, dat hij zijn idee eenvoudig van zijn voorganger gestolen heeft. Dit is ook het geval met Edison en zijn phonograaf.
In een Leipziger blad van het jaar 1865 moet namelijk letterlijk het volgende bericht te lezen gestaan hebben:
‘De phonograaf. Naar men verneemt, heeft een lid van het Leipziger eerste orkest, de fluitist O.H. Clausnitz, een toestel uitgedacht, waardoor een op de piano gespeeld muziekstuk als met een soort van telegraphisch schrift op een strook wordt opgeteekend. Met behulp van dat papier wordt door middel van een reproductietoestel geheel langs mechanischen weg na korten tijd een tot in de geringste bijzonderheden getrouwe copie van het meegedeelde muziekstuk verkregen. Deze phonograaf, zoo heeft de uitvinder zijn toestel genoemd, kan bij elk instrument aangebracht worden en zou dus componisten bij improvisaties op de piano gewichtige diensten kunnen bewijzen.’
Aldus luidt het merkwaardig bericht, waaruit valt op te maken, dat reeds twaalf jaar vóór Edison's uitvinding een Leipziger fluitist hetzelfde toestel en denzelfden naam heeft bedacht, die later onder Edison's vlag de wereld zijn ingezeild.