De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

Bij de Platen.

Verwachting. -

Waarmee kunnen we de nieuwe reeks onzer platen en tafereelen gevoeglijker openen dan met het aanvallige beeld der verwachting, in de gedaante van dit lieve meisjeskopje, dat met zijn mooie naïeve oogen zoo hoopvol de wereld in staart?

Het gulle vertrouwen der argelooze jonkheid, dat van de toekomst alle goeds verwacht, wordt hier getemperd door zekeren stillen ernst, we zouden haast zeggen een heimelijk ontzag voor het onbekende, dat nog komen moet.

Welnu, die uitdrukking geeft juist de stemming weer, die onwillekeurig over ons komt bij de intrede van den nieuwen jaargang. We zijn vol verwachting en hebben ook alle reden om veel schoons, veel belangrijks te gemoet te zien; maar zal dat schoone altijd van opwekkenden aard zijn? Zal onze Illustratie bij het volgen der gebeurtenissen haar lezers altijd lachende tafereelen onder de oogen kunnen brengen? In het afgeloopen jaar moest zij menige bladzijde wijden aan groote, diepbetreurde dooden; maar ze mocht den jaargang toch sluiten met de beeltenis van een pas ten troon verheven, beminden kerkvoogd en met de aangename herinneringen van het bezoek onzer koninginnen te Berlijn.

Hoe zal het daarmee in den nieuwen jaargang gaan? We zijn in verwachting en willen hopen dat wij daarin de illustratie mogen zien van menig verblijdend feit, gelijk wij de lieve kleine onzer eerste bladzijde van harte toewenschen, dat zij haar verwachting van het leven schitterend in vervulling zie gaan.

Te laat. -

Teleurstellingen in het leven zijn anders moeilijk te ontgaan. Wie ondervindt ze niet? en de dartele jeugd blijft er evenmin vrij van als de ontgoochelde ouderdom. Dat zien we op onze tweede gravure, waar de beide scholiertjes, die zich zeker met spelen onderweg een beetje hebben verlaat, nu voor een gesloten deur komen. Dat is een leelijke teleurstelling na de prettige wandeling, waarbij zij stellig naar hartelust bloempjes geplukt of kapelletjes nageloopen hebben. Meester is zeker voor laatkomers niet te best te spreken; dat leest men op het beteuterde gezichtje van het meisje, die bovendien nog gekweld wordt door het zelfverwijt, zoo slecht op haar broertje te hebben gepast. Ze had op zich genomen, te zorgen dat hij op tijd en behoorlijk in school kwam, en nu is zij oorzaak dat hij met haar wegens te laat komen gestraft wordt.

Dat is een dubbele teleurstelling.

Gereed voor de jacht. -

Naast menig tegenvallertje biedt het leven intusschen gelukkig ook heel wat aangename oogenblikken. Vraag dat maar eens aan de dames en heeren van het deftig gezelschap, dat op onze derde gravure gereed staat om op te trekken tot de lustige jacht. Hoe vroolijk en opgewekt zitten allen in het zaal, met de zweep in de hand om straks de vlugge paarden aan te sporen tot den dollen rit over struiken en steenen en slooten, het opgejaagde wild achterna. Veel aansporing hebben de vurige dieren anders niet noodig; met gespitste ooren en brieschende neusgaten trappelen zij al van ongeduld om het sein tot den aftocht te vernemen. En de honden zijn haast niet meer te houden. Met schel gekef en den staart in de lucht springen zij het gezelschap vooruit. Zij ruiken het spoor al van het wild, dat ze straks, als het door des jagers schot is geveld, als wolven bespringen zullen en verwoed de tanden in het bebloede vleesch zullen zetten.

Ongelukkig het arme, edele dier, dat voor heel dezen vroolijk en troep jagers, zoo vierals tweevoetige, het gelag zal hebben te betalen!