Aanhouding van een anarchist. -
Een geheel ander tooneel voert ons de Belgische schilder Evariste Carpentier voor oogen. Hier hebben we als een tegenhanger van'het idyllische beeld der biddende kleine. Het bidden heeft de zoon der brave weduwe sinds lang verleerd. Al sieren kruis en Mariabeeld nog de schamele woning, de jonge werkman knielt er niet meer voor. Hij heeft het geloof zijner kinderjaren en daarmee eiken zedelijken band afgeschud. Wilde hartstocht staat op zijn ruw en barsch gezicht te lezen. Hij heeft zich laten meesleepen door slechte makkers, die hem afkeerig maakten van den eerzamen arbeid; hij heeft de vergaderingen der ontevreden werklieden bezocht en daar geluisterd naar de stem der volksmisleiders. En zoo is hij tot de misdaad gekomen, waarvoor hij thans door de menschelijke gerechtigheid wordt achtervolgd. Bij zijn oude moeder zocht en vond de misdadiger toevlucht; maar politie en gendarmen zitten hem op de hielen, en terwijl hij, een oogenblik uitrustend van het woeste oproermakersleven in moeders stille woning zich aan een stuk brood met een kom warme geurige koffie versterkt, wordt plotseling de deur opengestooten, geweerkolven dreunen op den vloer: de patrouille komt den anarchist inrekenen.
Met één sprong vliegt hij op, grijpt met zijn forsche hand den biezen stoel, waarop hij straks nog rustig zat, en staat onmiddellijk tot tegenweer bereid. Met van woede vlammenden blik ziet hij den aanvoerder der patrouille aan en zou hem den stoel reeds in het gezicht geslingerd hebben, had de oude ziekelijke moeder hem niet met smeekend opgeheven hand van dien nieuwen aanslag teruggehouden.
De hond blaft de binnentredenden aan, als om voor zijn meester op te komen. Diens zuster heft achter moeders stoel van schrik de hand omhoog. Zij zullen den misdadiger niet aan de gerechte straf kunnen ontrekken.