Bij de Platen.
Naar den dokter -
Het is maar goed, dat het buiten over het algemeen gezond leven is, want bij ziekte of ongemak ziet het er dikwijls treurig uit met de geneeskundige hulp. Uren ver moet soms de dokter gehaald worden, die vaak op zijn beurt weer ver van huis is, en wee den hulpeloozen kranke, die enkel door onmiddellijken bijstand geholpen zal worden.
De beangste moeder onzer gravure bevindt zich eenigermate in dit geval. Haar kind is plotseling ziek geworden, zoo ziek dat ze zich ongerust maakt. In het gehucht woont geen dokter, het naaste dorp is een paar uren ver, en wie verzekert haar dat zij den man der wetenschap thuis en bereid zal vinden, haar onmiddellijk te volgen. Neen, dan neemt ze liever zelf het zieke wicht op en draagt het naar de stad, waar men de dokters bij dozijnen telt. Wel is het donker op het eenzame pad, wel huilt en giert de wind, maar wat vraagt de moeder daarnaar, die enkel denkt aan haar kind? Zorgvuldig heeft zij het in een doek gewikkeld om het tegen de gure avondlucht te beveiligen; zij zelve voelt daar niets van. Zij heeft zich niet eens den tijd gegund een mantel om te slaan of een doek om het hoofd te winden. Al haar gedachten zijn bij haar kind, dat in haar armen stuiptrekt en - wie weet? - bezwijkt, eer zij in de verte de lichten der stad ziet flikkeren.
Aandoenlijk tooneel, des te aangrijpender daar het uit de volle werkelijkheid van het leven genomen is.