Het stierengevecht.
(Vervolg.)
Den dag, waarop een stierengevecht plaats heeft, verdwijnt in Spanje de breede kloof welke den edelman van den burger scheidt: allen zijn gelijk, allen zijn Spanjaarden. Een fiesta de toros is niet alleen een vermaak, het is te gelijker tijd een openbaring van den Spaanschen volksgeest.
Op den vreemde, wien de lust naar bloedige schouwspelen niet is aangeboren, maakt het echter een ongunstigen indruk. Ik weet dit bij ondervinding. Met afschuw en toorn heb ik de arena verlaten, want zoodra het rechtvaardigheidsgevoel door verfijnde wreedheid wordt gekrenkt, verliest een tweekamp zijne aantrekkelijkheid en wekt onze verontwaardiging over de beulen op. Het gevecht van den mensch tegen den stier beduidt wel is waar de zegepraal van verstand, van behendigheid en list over het ruwe geweld; wij volgen dan ook dezen kamp met opmerkzaamheid, met belangstelling, met bewondering, zoolang hij niet ontaardt in een marteling, in een nutteloos bloedbad. Deze voorwaarde schijnt, helaas! nimmer te worden vervuld.
stierengevechten. - herauten.
Gevoelt een stier geen lust tot strijden, zoo hitst men een menigte honden tegen hem op, die hij met de horens opvangt en, gruwzaam verminkt, door het strijdperk slingert. Kan dit middel niet baten, dan snijdt men hem tot straf de kniepeezen door. Het meest echter verdienen de paarden ons medelijden. Een onvermijdelijke dood wacht hun in het strijdperk, want wijl alleen oude, nuttelooze dieren voor het gevecht worden gebezigd, spaart men ze niet. Twintig tot dertig paarden worden in één gevecht den woedenden stier geofferd. Men blinddoekt ze, als boosdoeners wien men den aanblik van het schavot wil besparen, en jaagt ze den stier te gemoet. 't Is een hartroerend schouwspel, deze arme dieren, door de scherpe horens van hun beul gewond, langs de strijdbaan te zien rennen, terwijl stroomen bloeds uit hunne wonden vloeien. Eindelijk ontzinken hun de krachten en zij vallen neer om vaak nog uren onder de wreedste pijnen het einde hunner marteling af te wachten. Niemand bekreunt zich om hen, niemand gewaardigt zich hun den doodsteek toe te brengen. Immers de held van den strijd is de stier; aan hem is aller aandacht gewijd, op hem zijn ieders oogen gevestigd: het paard speelt maar een ondergeschikte rol, waar niemand belang in stelt.
Op deze wijze heb ik in de eerste en laatste corrida, die ik bijwoonde, 26 paarden zien omkomen en met moeite gelukte het mij mijne gevoelens van verontwaardiging in te houden.
't Was een zonnige lentedag toen het stierengevecht, waarbij ik tegenwoordig was, in de hoofdstad plaats greep. Van twee uur in den namiddag doorstroomde een bloedlustige menigte de breede straat, welke naar de strijdbaan voert. Twintig duizend toeschouwers, zooals wij reeds zeiden, kan de arena bevatten: weldra was zij tot de laatste plaats gevuld. Een ieder, zoowel de man als de vrouw, is van een waaier voorzien. Wien het niet is gelukt een plaats onder den zuilengang te bekomen, staat gedurende het geheele schouwspel aan de brandende stralen eener Spaansche zon bloot; deze last schijnt echter niet op te wegen tegen het genot, dat de strijd aan de menigte zal opleveren.
stierengevechten. - picador.
't Is drie uur: het gevecht gaat beginnen. De schetterende tonen der fanfare kondigen ons de intrede aan van de cuadrilla, die bestaat uit geheel het personeel, zoowel menschen als dieren, dat aan den kamp zal deelnemen. Langzaam en statig trekt de stoet voorbij de toeschouwers. Herauten te paard gaan voor; hen volgt de rijkvergulde met zes paarden bespannen galawagen, waarin de ‘ridders der arena’ hebben plaats genomen. Vervolgens treden drie espadas of matadores, die den stier den genadestoot zullen toebrengen, met ontblooten degen te voorschijn; zij worden door een sobresaliente of plaatsvervanger vergezeld, die, zoo een hunner een wond mocht bekomen, diens plaats zal innemen. Alle strijders zijn in de Andalusische kleeding gedost; buis en broek zijn kort en met veelkleurige linten en gouden galons versierd. Bonte sjerpen dragen zij om hun middel; hun kousen zijn van witte of lichtroode zijde. Het hoofd dekt de montèra, een hoogst eigenaardige zwarte muts, rijk voorzien van zwart passementwerk. Zij dragen de korte haarvlecht, het onderscheidingsteeken der stierenbevechters en een kostbare zijden mantel hangt hun over den linkerschouder. Deze capas de gala werden bij den aanvang van het gevecht, ten teeken van eerbetoon over de omheining nabij de zitplaats van den gouverneur geworpen, en door minder kostbare kleedingstukken vervangen.
stierengevechten. - espadas, chulos en banderillos.
De espadasGa naar voetnoot1) worden door de chulosGa naar voetnoot2) en banderillerosGa naar voetnoot3 gevolgd; na hen verschijnen de picadores of ruiters, met lange lansen gewapend.
De dienaren en een span muilezels, die de gedoode dieren uit de arena moeten slepen, sluiten den stoet.
Onder trompetgeschal en feestmuziek trekt de cuadrilla de strijdbaan rond en vat post voor de loge van den gouverneur om hem hulde te betoonen.
Een alguazil (gerechtsdienaar) te paard ontvangt uit zijn handen de sleutels der torils, waarin de stieren zijn opgesloten.
Thans verlaten allen, die niet onmiddellijk aan den strijd zullen deelnemen, de arena en de toreros stellen zich in gelid onder bevel van den voornaamste der espadas.
Eenige meters links van de hokken nemen de picadores plaats, achter hen de espadas. De rechterzijde blijft geheel bloot.
Daar schetteren wederom de tonen der fanfare en een toril wordt geopend.
Met één sprong is de stier in het strijdperk; een woest geschreeuw gaat uit de menigte op,