De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

[p. 56]

De knappe Kellner.

Hier, lezer, ziet ge voor u staan
Den knappen kellner uit de Zwaan

Voor 't keukenpersoneel is Jan
Het ware toonbeeld van een man.

Geen spiegelglas komt Jan voorbij
Of werpt daarin een blik ter zij.

Heer Knol, zijn dochter en zijn hond
Verschijnen op den achtergrond.

Da's Jan een kolfje naar zijn hand:
Voor dames is hij zeer galant.

Hij helpt dus met gezwinden pas,
Maar.... met één oog in 't spiegelglas.

Heer Knol ziet gauw de spijskaart na.
De kellner slaat de juffrouw ga.

Belast met borden en terrien,
Toch moet hij in den spiegel zien.

‘Breng nog wat kuiken en compôte,’
Vraagt zachtjes fluisterend Charlotte.

Jan vliegt, maar let op 't hondje niet,
Terwijl hij in den spiegel ziet.

Compôte en kuiken brengt hij ras,
Maar.... met één oog in 't spiegelglas.

Jan, Jan, tot welke lompheid leidt
Die afgerazende ijdelheid!