Onze gravures.
Elk zijne beurt.
De hongerigen spijzen, is een der zeven lichamelijke werken van barmhartigheid - het kleine meisje op onze gravure brengt dit voorschrift in toepassing op hare beide vriendjes, de hond en de kat. Haar lieveling, de poes, heeft echter den voorrang, waarschijnlijk, omdat zij bevreesd is, dat, indien de hond de eerste is, er niet veel voor de kat zou overblijven.
Poes toch moet op het punt van vlugheid in het slabben voor den hond onderdoen die, wel rustig, maar met een loerend oog, alle bewegingen van de kat gadeslaat, als vreesde hij, dat zij haar aandeel zou overschrijden.
Als men ze zoo ziet, zou men geneigd zijn te gelooven, dat hond en kat de beste maatjes ter wereld zijn; maar het gaat hier bij de dieren, zooals vaak bij de menschen; eenheid van belang brengt hen een oogenblik bij elkander, en doet allen strijd en tweedracht ophouden. Maar pas op, als het maal afgeloopen is. Dan zijn zij soms de bloedigste, onverzoenlijkste vijanden, en de kat met hare spitse, gewette klauwen, de hond met zijne scherpe tanden, zullen elkaar in het haar vliegen.
Tot deze uitersten komt het evenwel op onze gravure niet. Zoolang het zwartlokkige meisje met het etensbakje daar zit, behoeven we geene vrees te koesteren, dat het tot eene uitbarsting komen zal; zij weet de ongeduldige begeerte van den hond in bedwang te houden door een gebiedend: Elk zijne beurt!