Thomas Edison.
De Parijsche wereldtentoonstelling met haren Effeltoren, hare ontzaglijke machinegalerij, hare wonderen op elk gebied van menschelijke wetenschap en kunst heeft ook Edison uit Amerika overgelokt om te zien of ook voor hem daar nog iets te leeren mocht vallen. Gelijk de dagbladen gemeld hebben, heeft de groote uitvinder met de grootste belangstelling den Eiffeltoren bezocht en daar verscheidene uren vertoefd om zich van deze reuzenconstructie tot in de kleinste bijzonderheden rekenschap te geven. Te Parijs werd hij met de schitterendste eerbewijzingen ontvangen. De Figaro geeft hem, als den koning der wetenschap, zelfs den titel van Majesteit, en Edison's naam is wederom op aller lippen.
Dit geeft ons aanleiding, hoewel wij reeds in een vorigen jaargang der Illustratie onzen lezers de beeltenis van den grooten man aangeboden hebben, in dit nummer nogmaals zijn portret op te nemen, waaraan wij eenige beknopte levensbijzonderheden zullen toevoegen.
Thomas Alva Edison werd den 10en Feb. 1847 te Milan in den Noord-Amerikaanchen staat Ohio geboren. Zijn vader, een arm onontwikkeld man, was van Hollandsche, zijne moeder, die vóór haar huwelijk in Canada onderwijzeres geweest was, van Schotsche afkomst. Zijne jongensjaren bracht Edison door in het stadje Port Huron, in den staat Michigan, waar zijne ouders zich gevestigd hadden, toen hij zeven jaren oud was. Door zijne moeder in de eerste beginselen van menschelijke kennis onderwezen, wist hij zich met buitengewonen ijver door zelfonderricht verder te ontwikkelen en hield zich reeds vroeg met scheikundige onderzoekingen bezig. Geheel aan zich zelf overgelaten, werd hij gazetverkooper aan de Grand-Truak-spoorbaan en vestigde zich in de nabijheid van Detroit. Dit beroep maakte hem verschillende voortbrengselen der letterkunde toegankelijk. Zijne belangstelling in de scheikunde was intusschen dermate toegenomen dat hij zelfs een laboratorium in een spoorwaggon inrichtte, tot eindelijk bij zijne proefnemingen eene ontploffing plaats had en de trein bijna in brand geraakte. Edison vergenoegde zich intusschen niet enkel met den verkoop van dagbladen, maar begon zelf in den trein een klein blaadje de Grand Trauk Herald te drukken.
Met den wensch bezield, telegrapheeren te leeren, gebruikte Edison vijf maanden lang de nachten om de kennis op te doen, voor het bedienen van telegraaftoestellen benoodigd. Hij liet thans het verkoopen van dagbladen varen, om eene zelfstandige betrekking te bekleeden aan het telegraafkantoor te Port-Huron. Hier bleef hij zes maanden en werd daarop nachttelegraphist te Stratford in Canada. Later ging hij als telegraphist naar Adrian in den staat Michigan, waar hij in zijne vrije uren ook als werktuigkundige bezig was en zich eene kleine werkplaats inrichtte.
Spoedig daarop trok hij naar Indianpolis, waar hij zijn automatic repeater uitvond, een werktuig dat zonder de hulp van den beambte het telegram van de eene leiding in eene andere overbrengt. Na zich achtereenvolgens te Cincinnati, Memphis, Louisville en New-Orleans opgehouden te hebben, keerde hij in 1867 op zijn een-en-twintigste levensjaar naar Cincinnati terug. Intusschen was hij een der bekwaamste en vertrouwbaarste telegraafbeambten geworden en verkreeg als zoodanig weldra eene aanzienlijke betrekking aan het telegraafkantoor Boston. Hier richtte hij een winkel van werktuigkundige instrumenten op en ging intusschen met zijne uitvindigen en proefnemingen voort.
Wat later verbond hij zich aan de Gold-Indicator-Company, eene maatschappij, die door middel van de telegraaf, van één middelpunt uit, aan honderden mannen van zaken elk kwartier het stijgen en dalen der goudkoersen bericht. Weldra werd Edison tot superintendent dezer maatschappij benoemd; hij voerde er verscheidene verbeterde toestellen in en deed er verschillende uitvindingen op het gebied der telegraphie. Omstreeks dienzelfden tijd richtte hij te Newark bij New-York eene fabriek op voor de vervaardiging der door hem uitgevonden machines en had daar bij de 300 arbeiders aan het werk. Daar de leiding dezer zaak hem echter te veel tijd kostte, gaf hij de onderneming op; doch richtte in 1876 weer eene nieuwe werkplaats in te Merlo Park, eene kleine statie aan de Pennsylvaniaspoorbaan, 38 kilometers van New-York gelegen, waar hij nog altoos zijne proefnemingen voortzet.
Edison's uitvindingen zijn buitengemeen talrijk. Hij heeft alleen bij de tweehonderd patenten genomen, waarvan echter maar betrekkelijk weinige wezenlijk practisch nut hebben. In het belang eener groote maatschappij op aandeelen (Western-Union-Telegraph-Company), die de voortbrengselen van zijn vindingrijken geest om zoo te zeggen vooruit tegen zekere voordeelige conditiën gekocht had, werden zijne uitvindingen dikwijls aangeprezen, zonder dat zij altijd in staat waren, den roep, die hen voorafgegaan was, te staven. Het meest bekend zijn de telephoon en de phonograaf, het electrisch gloeilicht en de zoogenaamde quadruplex, een toestel, waardoor op ééne lijn vier telegrammen tegelijk, en wel twee aan twee in tegenovergestelde richting, kunnen verzonden worden. Dit toestel heeft zich sedert in Amerika algemeen ingang verschaft. Het meest heeft Edison zich verdienstelijk gemaakt door de verbetering van het electrische gloeilicht; in aansluiting met de Amerikaansche maatschappij zijn sedert jaren eene maatschappij te Parijs en eene te Berlijn er op uit, zijne gloeilampen en verlichtingstoestellen ook in Europa meer algemeen in te voeren.
De goede uitslagen van Edison, zijn in overeenstemming met zijn ontwikkelingsgang, hoofdzakelijk toe te schrijven aan zijne ontzaglijke werkkracht, zijne scherpe opmerkingsgave en zijn buitengewoon combinatievermogen, hetwelk hem in staat stelt de bij ervaring verkregen uitkomsten op de meest verscheidene manieren toe te passen.
Daarin schuilt het geheim van de hoogte, die hij bereikt heeft, meer dan in buitengewoon genialen aanleg of op streng wetenschappelijke gronden rustende kennis.
In het bijzonder is Edison's werkkracht bewonderenswaardig. Maandenlang vergenoegt hij zich des nachts met slechts weinige uren slapens en komt soms, als hij zich met eene nieuwe uitvinding bezighoudt, weken lang niet uit de kleeren.
Op het oogenblik is hij bezig met het voortzetten van proeven met een toestel, waarmee men op zeer groote afstanden zal kunnen zien. Zijn werk daarmee vordert goed en binnen vijftien of achttien maanden hoopt hij er mee gereed te zijn.
In zijne laboratoriums te Merlo Park en sedert eenige jaren ook te Leweln bij Oranje, op vijftien mijlen afstands van New-York, waar hij 3000 duizend personen in zijn dienst heeft, worden millioenen uitgegeven, maar ook millioenen verdiend. Zoo heeft Edison voor zich persoonlijk een vermogen verworven van niet minder dan twintig millioen franks.
De beroemde uitvinder en zijne jogen vrouw (zijne tweede) met wien hij sinds drie jaren gehuwd is, wonen te Leweln.