De roman van eene meisjeskostschool
Eenige mijlen noordwaarts van Parijs, achter het beroemde klooster St. Denis, verheft zich 't slot Ecouen. Uit Napoleons tijd, toen Ecouen een opvoedingsgesticht voor jonge meisjes, het instituut van het legioen was, zullen we u eene geschiedenis verhalen, gelijk Léon Gozlan in zijn belangwekkend boek ‘Les Chateaux de France’ die vertelt.
't Was in den herfst.
't Avondeten der pensionaires was afgeloopen en men had hun als gewoonlijk verlof gegeven, om zich op het terras van het slot te verpoozen.
't Was een heerlijk stille, zachte avond!
De vierhonderd meisjes, volgens hunne klassen door groene, roodkleurige, blauwe en hoogroode gordels onderscheiden, verspreidden zich over het terras, dat door de kasteelgrachten en aan gene zijde der vaart door een ijzeren hek beschermd wordt. Paarsgewijze of in groepen wandelende, spraken de eenen van hunne geboorteplaats en hun terugkeer daarheen; anderen verborgen zich in 't lommer der Sycomoren, om van den prijs, den eerekrans te droomen, dien keizerin Maria Louisa met eigen hand de gelukkige op 't hoofd drukt; wederom anderen zaten in een kring en luisterden naar het vreemde aria, dat eene van hen zong. Want Napoleon, die in zijn leger Italianen, Spanjaarden, Amerikanen, Grieken en Egyptenaren had, zette voor hunne dochters Ecouen even goed open, als voor die zijner Fransche officieren.
De vensters van 't kasteel stonden open; uit het eene klonken de tonen eener piano, die van eene harp uit het andere; allen waren verlicht, want meer en meer hulde de nacht het kasteel in zijne schaduwen en klom langs zijne torens tot den hemel op.
eene bruidsvaart op de achensee, naar de schilderij van c. naumann.
Toen luidde de avondklok, en de meisjes keerden naar 't kasteel terug en begaven zich twee aan twee langs de onderwijzeressen naar de kapel. Bij deze monstering ontdekte eene der opzichtsters, dat twee meisjes, een zusterpaar, ontbraken. Zij verbaasde zich hierover, telt nog eens, doch de beide zusters waren er niet. Zij ijlt op het terras: niemand; in de slaapzalen, die overigens gedurende den dag niet bezocht mochten worden: niemand. Zij doorsnuffelt de eetzalen, keukens en waschkamers, loopt bij zilverbewaarsters en portierster: doch te vergeefs. Het avondgebed is reeds begonnen, en de twee zusters zijn nog niet gevonden.
't Gebed is afgeloopen, maar de angst der onderwijzeresse duurt voort, en zij weet dien voor de pensionaires niet te verbergen. Men steekt de hoofden samen en fluistert, vermoedens en bedenkingen worden eerst stil en schuchter, allengs luider te kennen gegeven, ten slotte behouden twee meeningen de bovenhand: de beide zusters zijn of geschaakt, of ontvlucht.
Het aannemen eener schaakpartij verkrijgt de besliste meerderheid, dus: ze zijn ontvoerd! Binnen tien minuten weet het geheele huis, van de portierster tot de bestuurster, de beroemde madame Campan, 't ontzettend voorval.
Reeds worden alle klokken geluid, de gangen weerklinken van de namen der vermisten; men doorzoekt de grachten, kijkt langs de hekken; de wildjagers maken zich gereed om 't woud te doorzoeken, toen madame Campan de gezamenlijke pensionaires, boven- en ondermeesteressen in de groote zaal liet ontbieden, en hun met de grootste bedaarheid de tijding meêdeelde, dat de beide zusters teruggevonden of liever nooit verloren geweest waren. Beiden bevonden zich namelijk sedert het middageten in de ziekekamer, de oudste om aan 't bed harer jongere zuster te waken, welke laatste licht ongesteld was
Dat was olie op de hooggaande golven. De pensionaires gingen slapen, en waren er ongetwijfeld ontroostbaar over, dat zoo'n schoone roman zoo spoedig ten einde was.
Binnen tien minuten lag 't kasteel in diepe rust.
Alleen madame Campan waakte. Zij schreef aan den grootkanselier van het Legioen van eer en verzocht hem om haar ontslag als bestuurster van de inrichting, welke door de beklagenswaardige schaking der beide meisjes voor altijd haar naam verloren had.
Ja, de pensionaires hadden zich niet vergist; de twee zusters waren geschaakt. Geschaakt, trots de hooge muren en diepe grachten, hekken en twintig andere maatregelen van voorzichtigheid.
De grootkanselier kreeg 't bericht midden in den nacht. Zijn antwoord, dat madame Campan nog voor 't aanbreken van den dag ontving, luidde, dat hij den keizer er kennis van geven zou, daar hij geen besluit durfde nemen, waardoor de zaak wereldkundig zou worden en overal schandaal verwekken zou.
Toen Napoleon bij 't ontbijt de tijding van 't gebeurde ontving, deed hij eenige vragen naar den ouderdom en naar de familie der twee vermisten en vroeg om het huishoudelijk reglement der instelling Nadat hij het doorgelezen had, lei hij veelbeteekenend den vinger op eenen paragraaf er in, sloeg het weêr dicht en beval den kanselier, niets te ondernemen om de meisjes wêer in handen te krijgen.
Des avonds deelde de kanselier den keizer een brief van madame Campan mede, waarin deze den terugkeer der zusters meldde. Ja, ze hadden zich heimelijk verwijderd, doch slechts om hunne moeder te omarmen, die hen in een hôtel van Ecouen verwachtte. De strengheid der statuten had hen hiertoe gedreven, daar volgens deze het bezoek der moeders slechts om de veertien dagen wordt toegestaan. Zoo lang hunne lieve moeder niet te zien - dat hadden ze niet kunnen uithouden.
‘Schrijf mevrouw Campan,’ zei Napoleon, ‘dat de zusters een uur arrest tot straf moeten krijgen. Voeg er echter bij, dat van heden af al de pensionaires hunne moeders mogen spreken als ze er om vragen. De hekken behoeven niet verdubbeld te worden, men verbetere slechts de statuten. Voor 't overige sta ik in.’