De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5(1888-1889)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 372] [p. 372] In memoriam. Daar ligt ‘Palet en Harp’; en van de gouden snaar Weertrillen in mijn ziel die wondervolle tonen, Zoo stout, zoo blij, zoo droef!.... Vloeit, tranen langs mijn koonen! Men draagt ter groeve heen den Dichter-Kunstenaar! 'k Volg in den geest den stoet, de bloem van Neèrlands zonen, Leg ook een krans op 't graf, waarop ik peinzend staar... Vaarwel, gij Zanger! - Straks doet u de vriendenschaar Een eerzuil rijzen bij die immortellenkronen! De tijd verknaag' den steen en moog den krans ontblaadren, De moker menge uw asch met de assche van uw vaadren: - U blijft in 't hart uws volks een eerzuil opgericht, Waarop uw glorienaam in gulden schrift zal blinken, Zoolang het Dietsche lied langs Neèrlands duin zal klinken: Een onverwelkbre kroon siert u in 't eeuwig licht! J.v.W. het graf van prof. alberdingk thijm, naar de teekening van r.a. van de pavert. Op 't graf van Prof. J.A Alberdingk Thijm. Naar hooger heeft zijn rijke geest gehaakt, Zijn rein gemoed voor 't Schoone steeds geblaakt, Zijn vlugge hand den arbeid nooit gestaakt, Zijn vroom geloof voor Petrus' rots gewaakt, Het vaderhart het wel en wee gesmaakt,.... Thans is zijn dag van vreugde en rust genaakt. Mariëndaal. H. Ermann, S.J. [pagina 373] [p. 373] Vorige Volgende