en in plaats van den echtgenoot, kan zij niemand plagen dan den huiskater die terstond knort en met den staart slaat; - in plaats van kinderen voedt zij: kanarievogels. En als zij nu na een mager, uitgedroogd leven, vol groote verveling en vol scherpe zuchten over iederen schoonen dag, welke niemand langer maakte, en over elken bewolkten dag, dien niemand verkortte; als zij nu eindelijk, als door winterkoude bevrozen, nederzinkt en eenzaam den laatsten adem uitblaast: ach, zoo verlaat zij eene aarde, waar alles zoo spoedig vergeet en vergeten wordt, onopgemerkt, en geen gade, geen zoon, geene dochter zegt: ‘ik vergeet u niet!’
***
Er bestaat, voor het menschelijk hart, geen roerender en verhevener schouwspel dan het tafereel van eene schoone vrouwelijke ziel, die met haar lijden strijdt, minder om het te overwinnen dan om het te verbergen, en die met halve tranen en onderdrukte zuchten het hart van anderen slechts zacht, niet hevig wil roeren.
***
Hoeveel onderscheid is er tusschen het lijden des zondaars en dat van den geloovigen Christen! Het eerste is eene maansverduistering, door welke de zwarte nacht nog wilder en zwarter wordt; het laatste is eene zonsverduistering, die den warmen dag verkoelt en beschaduwt, en waarin de nachtegalen beginnen te zingen.
***
Het ongeluk alleen te dragen is niet voldoende, men moet het ook van zich kunnen werpen. Wees den Salamander gelijk, die het vuur niet slechts verdraagt, maar ook uitbluscht, - doch niet den Turk, die slechts de kracht bezit, om gelaten zijn huis te zien verbranden, niet om het te helpen redden.
***
De verhevenste liefde is die, in welke de gunstbewijzen - niet koener maar blooder maken.