De H. Bernardinus.
In het jaar 1449 schreef Paus Nicolaas V een jubilé uit ter viering van het herstel van den algemeenen kerkelijken vrede, en evenals bij het jongste jubilé de heilig- en zaligsprekingeu tot de treffendste plechtigheden der feestviering behoorden, oefende in het jubeljaar 1450 de heiligverklaring van Bernardino van Siena op de pelgrims eene groote aantrekking uit. Hij was de meest populaire heilige, dien het Italiaansche schiereiland sedert eeuwen aanschouwd had, de stichter van eene geestelijke orde, welker koloniën toenmaals reeds zoo talrijk waren, dat zij juist in dit jaar meer dan drie duizend afgevaardigden zonden naar het generaal-kapittel der orde, dat in het klooster Ara Coeli te Rome gehouden werd.
De blijde tijding van Bernardino's heiligspreking werd door geheel Italië met gejuich begroet; zijne vereering nam eene buitengewone vlucht, tallooze predikers verkondigden zijn lof en geene stad, hoe klein ook, of zij hield eene plechtige processie te zijner eer.
Zeer spoedig werden er ook kerken aan den nieuwen heilige gewijd en nog heden bewondert men in de kerk van Ara Coeli te Rome de prachtige muurschilderingen van Pinturicchio, welke de verheerlijking van den H. Bernardinus voorstellen.
Een dezer stelt den heilige voor, zooals hij, nog jongeling zijnde, in een haren kleed gehuld, lezend en overwegend, in de eenzaamheid vertoeft; eene andere vertoont hem, verheerlijkt door aarde en hemel, tusschen den heiligen bisschop Lodewijk van Toulouse en den H. Antonius van Padua Op de bladen van het open evangelieboek, dat Bernardino in de hand houdt, staan de woorden geschreven: ‘Vader, ik heb Uwen naam aan de menschen verkondigd.’ Twee engelen boven zijn hoofd houden de kroon der vergelding over hem opgeheven en hoog in den hemel verschijnt Christus in een krans van Engelen, als het ‘overgroote loon’ Zijner heiligen.
Het is van deze muurschilderingen, dat wij in dit nummer twee fraaie afbeeldingen geven.