Iets over de Rat.
De rat is een groote vraatal, en toch zoo gulzig niet als zij lijkt. Den geheelen dag zijn hare kaken in beweging, maar meer dan den halven tijd hiervan heeft die beweging geen ander doel dan om den groei der snijtanden voor te komen, die, zonder deze beweging, zich zeer spoedig tot zoogenaamde ‘olifantstanden’ zouden ontwikkelen: ronde naar binnen omgebogen tanden, die het knagen geheel onmogelijk maken. In het museum van het koninklijk geneeskundig college te Londen wordt zulk een olifantstand bewaard, die eerst tot een volslagen cirkel en daarna nog tot een cirkelsegment is vergroeid.
Zooals de musch onder de vogelen, de vlieg onder de insekten, is de rat onder de viervoeters het meest cosmopolitische, maar het minst populaire dier. Afgezien nog van de groote schade, die het vraatziek dier aanricht, hebben de meeste menschen er een natuurlijken afschrik van. Geen regel echter zonder uitzondering.
In Bankok, de hoofdstad van Siam, worden tamme ratten als huisdieren gehouden; men ziet ze heel vertrouwelijk tegen huns meesters knie opklouteren en door dezen als jonge honden gestreeld worden. Ook in Duitschland placht men vroeger in sommige streken eene rat tam te maken, die men dan eene bel om den hals bond, wier getingel, dus meende men, de andere ratten verjoeg. Het dooden van ratten en muizen door vergif heeft eene zeer bedenkelijke zijde. De dieren, achter behangsel, of in een hoek onder den vloer stervende, verspreiden eene onuitstaanbare lucht; of wel, het kan in zijn doodstrijd, terwijl het zich aan water of melk tracht te lesschen, het ingezwolgen vergif in deze vloeistoffen braken, die daarna den dood door vergiftiging van nuttige huisdieren kunnen teweegbrengen. De val is nog steeds het beste middel om ze te vangen, de kat om ze te verjagen.
De vruchtbaarheid der ratten is verbazingwekkend. Pas zes maanden oud, werpen zij reeds, en herhalen dat viermalen 's jaars, waarbij het gemiddeld getal jongen acht bedraagt. Eene kleine berekening zal toonen, dat een enkel paar ratten slechts weinig jaren noodig hebben om tot een stam van millioenen aan te groeien. Maar, nu eens de schraalheid van het voedsel, dan weder strenge vorst, en altijd de vervolging van den mensch en natuurlijke vijanden van dat knaagdier onder de andere dieren: katten, fretten, vossen, uilen enz. steken bij dit schrikbarend vermeerderingsproces eene spaak in het wiel. Aan den moed der rat kan niet getwijfeld worden; dat het haar in oogenblikken van gevaar niet aan beleid ontbreekt, moge het volgende voorbeeld bewijzen. Een heer liet eens eene groote rat en een fret gelijktijdig in eene kamer los. Onmiddellijk liep de rat de kamer rond om een uitweg te zoeken. Toen dit onderzoek vruchteloos bleef, stiet ze een schellen schreeuw uit en koos, snel beslist, hare standplaats in het licht, dat uit het eenig venster op den vloer van het vertrek viel. Het fret had intusschen den kop omhoog gestoken en begon, na eenige oogenblikken rondgezien te hebben, onbevreesd op de rat af te gaan. Nauwelijks was het echter zoover gevorderd, dat het licht van het venster zijn kop ten volle bescheen, of de rat liet hare afwachtende houding varen, snelde, onder een scherp gepiep op den aanvaller los, en bracht dezen eene ernstige wonde toe tusschen den kop en den nek; zij was hierbij zoo snel in hare bewegingen, dat het fret den tijd niet had, ze met de scherpe klauwen aan te grijpen. Het fret scheen verwonderd over dezen onbesuisden aanval, en blies met zichtbare teleurstelling den terugtocht, terwijl de rat zich haastte, hare voordeelige standplaats onder het venster weer in te nemen. De gewonde aanvaller was weldra van zijne verrassing bekomen en naderde voor den tweeden keer; doch ondanks de groote omzichtigheid, welke het dier thans aan den dag legde,
kon het een tweeden beet niet ontgaan, en gedurende de twee uren, dat het gevecht aanhield, bleef de rat bestendig in het voordeel. Eerst toen de heer haar dwong van standplaats te verwisselen, verloor zij zichtbaar haar vertrouwen, terwijl de moed van het fret in gelijke mate klom, zoodat de strijd ten slotte ten gunstë van laatstgenoemde beslist werd.