Beelden en gedachten van Jean Paul.
De onverwelkbare bruidskrans.
Rosa had op haren bruidsdag haren geliefde zien sterven, maar eene zachte waanzinnigheid kwam over haar en werd hare troosteres. Elken dag verzamelde zij witte bloemen tot eenen krans en plaatste zich met deze op het hoofd op zijn graf, en zag in het rond en zeide: ‘Hij zal straks komen, als hij mij in het maanlicht met den bruidskrans ziet en dan zal hij mij medenemen!’
Gedurende den geheelen dag wandelde zij met hare bloemen, doch werd zeer bedroefd, toen zij des avonds verwelkten en hunne bladeren lieten vallen. ‘Hij komt daarom niet, omdat mijn bruidskrans verdort,’ zeide zij en nam in plaats van leliën, witte rozen; doch ook deze lieten de bladeren vallen, als zij op het graf stond om hem te wachten, en zij sprak: ‘De doornen blijven alleen over, en de geliefde zal niet komen!’
Eene vriendin had medelijden met hare dwaling en wist haar dus nagemaakte rozen, met rozenolie bedauwd, in de handen te spelen. Den ganschen dag droeg zij nu een rozenkrans, waaraan geen blaadje ontviel, en des avonds begaf zij zich vroegtijdig met een vroolijk bevend hart naar den grafheuvelen riep: ‘Nu komt hij gewis, want mijn bruidskrans is onverwelkt!’ - In dit zalig vertrouwen stond zij zoo lang daar, totdat zij vermoeid, maar niet vertwijfeld, half sluimerend ter neder zonk. Toen eindelijk de volle maan opkwam en met scherpe stralen hare oogen trof, sprong zij verheugd op en greep naar den rozenkrans, zeggende: ‘Ziet gij mijn bruidskrans, geliefde?’ - En vreugdedronken zonk zij neder en.... stierf.