Beelden en gedachten van Jean Paul.
Het geluk des levens bestaat evenals de dag niet in enkele bliksemslagen, maar in een' voortdurenden zachten vroolijken glans; het hart doorleeft in dit rustig, gelijkmatig licht den schoonsten tijd zijns aanzijns, ja verheugt zich nog in de kalme avondschemering en stillen maneschijn, omdat ook dit een liefelijk en gelijkmatig licht is.
En hoe kan nu de mensch zulk een kalm levensgenot verkrijgen? Niet door het planten van vreugde, maar door het ontwortelen en afsnijden der smart, waarna de grond van onkruid gezuiverd, van zelf goede vruchten draagt alzoo niet daardoor, dat hij zich zelven vreugde schept en hemel op hemel bouwt, welke dikwijls door eene enkele wolk bedekt worden, maar doordat hij aan de smart het furiënmasker afrukt en haar alledaagsch schouwspelersgelaat ontdekt en aanschouwt.
***
Het is eene gewone zwakheid, dat de mensch zich levendiger en meermalen den haat dan de liefde van anderen voorstelt, van daar dat hij den eersten sterker beantwoordt, dan de tweede: zoo worden de engelen dikwijls meestal klein en alleen als kopjes met vleugeltjes geschilderd; zeldzaam echter wordt een halve duivel geteekend: de satan treedt altijd geheel op, daarbij nog toegerust met bijwerk van hoornen, hoeven en staart. Geen wonder dus, dat de duivel levendiger wordt gehaat dan de engel bemind.
***
Staatsschepen, welke hunne zeilen hebben verloren, bezitten daarom toch nog wel hunne ankers.