Wereldtentoonstelling van Antwerpen. De trofee van den handel.
Zooals de voorzitter van het uitvoerend komiteit der Tentoonstelling op het plechtige inhuldigingsfeest zegde, werd het initiatief dezer gewichtige onderneming bijzonderlijk ingegeven door de noodzakelijkheid van bij de voltooiing der nieuwe kaaien en scheepvaartinrichtingen eene doeltreffende gelegenheid daar te stellen, om de vreemdelingen van alle oorden naar Antwerpen te lokken: alle natiën moesten zich komen overtuigen wat voordeelen onze haven aanbiedt en welk belang zij voor den wereldhandel oplevert.
Het gedacht onzer Wereldtentoonstelling is dus geenszins een uitvloeisel van eergierige denkbeelden, nog minder is het eene geldspeculatie, want algemeen is bekend hoe de financiëele afloop van dergelijke ondernemingen doorgaans volstrekt niet ten voordeele der inschrijvers strekt; de Wereldtentoonstelling werd ontworpen als eene stoute poging om Antwerpen voor goed tot de eerste haven van ons vasteland te maken.
Geen wonder dus dat de Antwerpsche handel in de Tentoonstelling de eereplaats bekleedt en dat zijn stapel zich als een triomfboog te midden der duizenden omgevende uitstallingen verheft.
De trofee van den handel, waarvan wij in dit nummer eene nette afbeelding geven, is opgericht in het kruispunt der groote middengalerijen, naar het plan van den bekwamen bouwmeester Eug. Geefs. Ofschoon slechts uitsluitend samengesteld van al de producten, door den Antwerpschen handel ingevoerd, heeft de kundige ontwerper niettemin met deze erg onaanzienlijke bouwstof een geheel weten te vormen, dat niet van grootschheid, zelfs niet van sierlijkheid ontbloot is en onbetwistbaar een eigenaardigen, ja, schilderachtigen aanblik oplevert. Zooals men ziet, lag het Antwerpsche stadswapen, met zijn gekanteeld kasteel, min of meer ten grondslag aan des bouwmeesters plan en brengt het burchtachtige gevaarte de legende van den reus Brabo vrij wel in herinnering. De eentonigheid der grauwe zakken, der tonnen en kisten van dien bouwkundigen handelsstapel wordt door kleurige Belgische, Antwerpsche en vreemde vlaggen en wimpels verbroken, terwijl het vergulde beeld van de Vrijheid der Schelde op zijn front hem nog een meer monumentaal karakter geeft.
De handelstrofee beslaat eene oppervlakte van 100 vierkante meters, is 15 meters hoog, werd samengesteld uit niet minder dan 104 vrachtwagens verschillende koopwaren, kost 10,000 franken van plaatsgeld en bij de 20,000 fr. van opbouwing.
Het benedengedeelte van den middentoren is tot eene soort van staalkamer ingericht, waarin, buiten een onnoemelijk getal waren, meer dan 600 verschillende soorten van graan vertegenwoordigd zijn. Aan de zij torens bevinden zich statistiek-tafels over de scheepvaart- en handelsbeweging van Antwerpen, waaruit wij de volgende wetenswaardige inlichtingen ontleenen, die eene ontegensprekelijke getuigenis geven van den snel aangroeienden voorspoed dezer stad sinds de onafhankelijkheidsverklaring van België:
In 1831 kwamen te Antwerpen slechts 389 schepen aan; in 1840.... 1,172; in 1850.... 1,426; in 1860.... 2,568; in 1870.... 4,125; in 1880.... 4,485 schepen. De gemiddelde vracht, die in 1831 slechts 134 tonnen per schip bedroeg, is daarenboven thans tot 800 tonnen geklommen. De waarde van den invoer, die in 1870 reeds tot 671 millioen franken beliep, is in den tijd van tien jaren nog verdubbeld.
Alles doet dus voorzien, als hoogere raadsbesluiten ons binnenlandschen en buitenlandschen vrede verleenen blijven, dat de Scheldestad inderdaad weldra de andere havens van het vasteland in belangrijkheid verre overtreffen zal. In alle geval is Antwerpen nu reeds feitelijk de eerste stad van België en laat als eene milde moeder het gansche vaderland in zijnen voorspoed mededeelen.