De nieuwe vermaaklyke Zeeuwsche speelwagen(1801)–Anoniem nieuwe vermaaklyke Zeeuwsche speelwagen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Herderszang aan Roosje. Wyze: Hoe schoonste aller Vrouwen. Het regent Herderinne, Die al het Land bekoort, Mogt ik uw hart slegts winnen, Ai dryf uw kudde voort. Het vocht wordt door de boomen, Alreê niet meer gestuit, De wind schynt optekomen; Daar berst het onweêr uit. Ik hoor de donder dreunen, De bui komt ver van daan, Gun my U t'ondersteunen, Ik biê myn' arm U aan. Myn hart is reeds geruster; Ik zie myn wooning al, Myn Moeder, en myn Zuster, Onsluiten onze stal. Dag Moeder lief - dag Koosje, Die bui valt dapper neêr: 'k Breng ook myn lieve roosje, By U, voor 't aaklig weêr. Kom wil U wat herstellen, En droogen by den haard: Myn zus zal U verzellen, Zy is die vriendschap waard. [pagina 25] [p. 25] Ach Moeder, wil toch maaken Dat roosje eens hadde rust, Het Lammetje wel bewaaken, 't Is roosjes hartenlust. Hebt gy het stroo gegeeven? Kom, ga dan met uw' Zoon. Ziet roosje ontkleed uw leven, Zaagt g'ooit een Maagd zoo schoon? Kom, laat ons nu wat eeten, En roosje zit naast my; Het licht, dat moet ge weeten, Geplaatst zyn aan haar zy': Kom, eet dan Uitverkooren! Smaakt Moeders pot niet goed? Gy zucht, wat moet ik hooren, Ik maakte te veel spoed. Wel nu, hier kunt gy rusten, Slaap tot den morgenstond; Voldoe maar aan myn lusten; Gun my uw' lieven mond: Een kusch van zuiv're minne En trouw tot onderpand. Ga morgen, myn Vriendinne! Vergun my toch uw hand. Vorige Volgende