Nieuw vermeerdert konincklijck lied-boeck, versien met verscheyden lof en triumphgesangen
(1703)–Anoniem Nieuw vermeerdert konincklijk lied-boeck, versien met verscheyden lof en triumphgesangen– AuteursrechtvrijStemme: De dans van Venon.
Jacobus Koningh van Engelandt.
Ach Cousijn Louis Bourbon,
Jck kom mijn nood u klagen,
Hoe mijn Soon d'Oranje Zon,
Mijn uyt Yrland heeft geslagen;
Hy quam so fel op my aen,
Jck kost hem niet wederstaen,
| |
[pagina 60]
| |
Koninck van Vranckrijck.
Och Cousijn ick ben ontstelt,
Dat ghy my dit stelt te vooren,
Dat ghy hebt so meenig Heldt,
Jn het Yerse Rijck verlooren,
Och sijn Soldaten dan,
Daer gehackt so in de pan?
Koninck Jacobus.
Ja door Williams vlam en vier,
En door sijn kloeckmoedigh streven,
Gaf hy daer niet een quartier,
Maer hy bragtse al om 't leven;
Ja, 'k had selfs dit gelooft,
Daer te raken quijt mijn hooft:
Koninck van Vranckrijck.
Wel is 't daer so toegegaen,
Js Orangie so kloeckmoedigh,
Dat hy u uyt veld gingh slaen,
En ghy vluchten moest so spoedigh?
Ach Cousijn het mijn wel spijt,
Dat ghy bent u volck quijt.
Wilt ghy nu als Generael
Jn Brabandt gaen Commanderen,
Of ter Zee als Admirael,
'k Kan u niet meer presenteeren,
Doet so het u best behaegt,
Op dat ghy 't u niet beklaegt.
Koninck Jacobus.
Neen Louis dat waer my schant,
Dat ick sou Dienaer wesen,
'k Wil te water of te Landt
My niet meer stellen in vresen,
Daer ick plagh Scepter en Kroon
Te dragen als u persoon.
Jck blijf by mijn koningin,
Om met haer in rust te leven;
Jck sal my niet na u sin
Onder u Commando geven,
Jck ben moe den Oorlogs-brant
Eer ick raeck in groter schant.
Koninck van Vranckrijck.
Wel waerom kiest ghy u rust?
| |
[pagina 61]
| |
Daer wy het hebben aengevangen,
'k Bid u grijpt doch moet met lust,
Wilt de Geusen met verstrangen,
Gaen bestrijden t'allen kant,
Sa treckt maer na 't Nederlant.
Koninck Jacobus.
Cousijn dat staet my niet aen,
Want Wilhelmus van Oranje,
Sal in Hollandt gaen,
Trecken daer selfs in Companje:
Ach mijn hert dat wort ontstelt,
Als ick denck op sijn gewelt.
Koninck van Vranckrijck.
Foutre gy en bent geen man
Gaet gy so den strijt opgeven,
Daer gy hoort te gaen voor an,
Om te trachten na zijn leven,
Par ma foy Jacobus maet,
Gy en bent geen braef Soldaet.
|
|