Het nieuw vermakelyke dans-school(na 1778)–Anoniem Het nieuw vermakelyke dans-school– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De middagzon. 1. Ik zie vol vreugd u heldere Glanzen, ô Zon! ô Zon! 't aen toppunt van de transen, Gy koestert met u streelend vuur! Het aengenaeme Middag Uur, En vuld, en vuld des Landmands Schuur, Een Bloem in den ochtend teeder, Na 't uitstaen van de Nagt, Toen Dauw haer werp te needer, ô Zon! ô Zon verkrygt haer frisheid weder, En Klytia verheft haer Hoofd. Tot u, waer van zy zig beroofd, Een Min, een Min, vergeefs gewagt. 2. Houd dies vry op van meer te ryzen, ô Zon! ô Zon! men al u eeuwig pryzen, Volbrengt u loop daer de Avondvorst, Na uwe schoonen Stralen dorst, En u, en u gewillig torst; Hoor Tetis reeds verlangen, Om in haer zagten [pagina 70] [p. 70] schoot, Na dagelykze Gangen, ô Zon! ô Zon u wederom te ontvangen; Gy koestert al het jong en teer, Ach scheen gy nu zoo blaekend neer, Als toen, als toen gy ontvloot. Vorige Volgende