Het nieuwe vermeerderde groote harpje
(1703)–Anoniem Nieuwe groote harpje, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 3]
| |
Stem: Uyt mynes herten gronde.
O Christus, heyl en leven,
O God van eeuwigheyt!
U wil ik d'eere geven,
Met ware dankbaerheyd:
Om dat gy my behoed,
Wil ik met hert en monde,
In desen morgenstonde,
Ontsluyten mijn gemoed.
Uw lieflijkheyt en zegen
Blinkt als het morgen-rood,
Waer door ik heb verkregen
Het leven uyt de dood:
| |
[pagina 4]
| |
Alleen door u gena,
Hebt gy mijn lijf voor quaden,
Mijn ziele voor misdaden,
Bevrijd van alle scha.
Ik heb dan stof te loven,
Uyt een ootmoedig hert,
Dat uwe gunst van boven
Mijn troost is in mijn smert.
O! laet u eeuwig licht,
Mijn zwak geloof ontvonken,
Dat ik, door liefde dronken,
Volvoeren mach mijn plicht.
Dat ik in uwe vreese
Oprechte paden tree:
En laet mijn voeten wesen
| |
[pagina 5]
| |
Verkondigers van vree:
Dat twist noch hoovaerdy,
Dat schand, oneer, noch laster,
My van de deugd verbaster,
Noch 's werelds Slaverny.
Uw Heyl'ge Geest my leyde
Dat ik my nergens stoot:
En met u Woord my weyde;
Dat ik vrees Hel noch Dood:
Bestuurt mijn hert, O Heer!
Dat al mijn doen en werken
Op uwe goetheyt merken,
Tot uwes Names eer.
Laet my dan frisch ontwaken,
Aen lijf en ziel gesond;
| |
[pagina 6]
| |
Op dat ik al mijn saken
Stel op dese vaste grond.
Uw zegen my verleen,
Dat ik uyt uwe vlieten,
Mag al het goet genieten,
Daerom ik heb gebeen.
Hier op so rijs ik wakker,
En grijp mijn handel aen:
Bedouwt gy, Heer, mijn akker,
Dan sal 't voorspoedig gaen.
God Vader blijft my by:
O Christus! met u gaven
Mijn arme ziel wilt laven,
En schenk uw Geest in my.
|
|