Het nieuwe groote harpje
(ca. 1690)–Anoniem Nieuwe groote harpje, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 78]
| |
Stemme: Een gebrooken hert na Godts, &c.Ghy Menschen zijnde van God geschapen,
Wilt niet verslapen den schoonen tijdt,
Poogt om u zaligheyt te betrapen,
Als Christi knapen toont uwen vlijt,
Sonder respijt, wilt allegaer,
Aen Israel leeren, U te bekeeren,
Om Zalig te worden int Nieuwe Iaer.
Met herten berouw als David dede,
Wilt maken vrede met uwen Godt:
Laet de sonde niet meer hebben de stede,
Doet neerstighede om sijn Gebodt,
| |
[pagina 79]
| |
Recht naer te volgen, 't is geen spot,
Den Heere tot sijn Rijck eenpaer,
Roept elck mensche met herten wensche,
Om saligh te worden int Nieuwe-Iaer.
Gelijk Manassis met vierig pogen,
Wilt boete togen, so doet gy wel:
De Niniviten sagh men voor oogen,
Haer vreugd verdroogen, in vasten snel,
In haer sacken met goet opstel,
Al haer rebel leven voorwaer,
Geheel verlaten, tot haerder baten,
Om Zalig te worden int Nieuwe Iaer.
De Moordenaer met groot bedugten,
Betoonde vruchten van rechte boet,
Desgelijcks Petrus oock met suchten,
| |
[pagina 80]
| |
Om zonden vluchten Zacheus vroet:
De Zondaresse met groot ootmoet,
Bekeerden soet, gelijck wy klaer
Godt onderdanigh,
Heel Publicanig,
Om Zalig te worden int Nieuwe Iaer.
Oorlof Konst Broeders Pellicanisten,
Toont sonder twisten,
Dat Trouwlijck blijkt,
Wijnrancken groen als Edel Aristen,
En Mercuristen in konst verrijckt,
Liefd boven al niet beswijckt,
Onvreede wijckt, en wilt eenpaer,
U reyn vercieren,
Als wit Angieren,
Om Zaligh te worden in 't Nieuwe Iaer.
|
|