Het nieuwe groote harpje
(ca. 1690)–Anoniem Nieuwe groote harpje, Het– AuteursrechtvrijStemme: Sal ick noch langer &c.Wel op mijn Harp wilt vrolijck wesen,
En spelen een nieuw Bruylofts-Liedt,
Gy die hier zijt vergaert mits desen,
Weest vrolijck alle die gy ziet:
Als man en vrouw,
In echt en trouw,
Als man en vrouw vergaert tot een gemeen,
| |
[pagina 39]
| |
Die waren twee, door 't Huw'lijck worden een
Dit goet gespan, tot Godes eeren,
De Werelt wijt vermeeren doet:
Wijck daer niet van, maer van die leeren,
Af keeren van den echten voet:
Oorblasers quaet, en haren raet,
Oorblasers quaet, vliet de Schriftuer verbrant
En die quaet spreken van den Echten-stant:
Van sijne Bruyt, sijne Gemeente,
Selfs Christus is den Bruydegom;
Vlees van sijn vlees, Been van sijn gebeente,
Is elck geloovigh mensche om,
't Af-beelt hier van, Vrou ende Man,
't Afbeelt hier van zijt gy Bruydegom en Bruyt
Dit Beelt drukt met Godsalig leven uyt.
| |
[pagina 40]
| |
Prins Bruydegom leeft lange jaren,
Met u vrou Bruydegom vreede rijck,
En spant tot vrede liefdens snaren,
En Godvreesentheyd te gelijck:
Soo sal den tijdt,
Die 't al verslijt,
Soo sal den tijd u altijd maken vroet,
In lijden duldigh, danckbaer in voorspoet.
|
|