Nieuw liedeboek, tot vermaak van 't algemeen(1794)–Anoniem Nieuw liedeboek, tot vermaak van 't algemeen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Kindervreugd. Wyze: Schoone Beemden! Zalig veld! Ziet eens, hoe de lieve jeugd Zich met pop en spel verheugt! Hoe zy, met geringe zaaken, Zich op 't leevendigst vermaaken; Deze koot en d'ander tolt, Daar het meisjen.....bis. Deze koot, en d'ander tolt, Daar het meisjen 't popjen solt. Hoe gevoelig is heur hart! 't Beeft, als de allerminste smart, Een van allen komt te treffen; Wie toch kan 't geluk beseffen, Dat de jeugd door d'onschuld smaakt, Die de harten bis. Dat de jeugd door d'onschuld smaakt, Die de harten teder maakt. [pagina 56] [p. 56] Hoe gelukkig is een kind, Dat opregt zyne ouders mint! Zonder pynzend overleggen, Zal het hen gulhartig zeggen, Alles wat het hoort en ziet; Wat de valschheid bis. Alles wat het hoort en ziet; Want de valschheid kent het niet. Daar het nog zyn' pligt niet kent; Maar het goeden wort gewend, Ken men 't, door verscheiden zaaken, Voor het kwaad behoedzaam maaken; Niets werkt meer op hun gemoed, Dan wat vader bis. Niets werkt meer op hun gemoed, Dan het geen, wat vader doet. 't Hart, eenvoudig en opregt; Twyfelt nooit aan 't geen men zegt; 't Zal nooit eenig kwaad vermoeden Van zyn evenmenschen voeden, Vrienden zyn hem lief en waard, En gezellig bis. Vrienden zyn hem lief en waard, En gezellig is zyn aart. [pagina 57] [p. 57] ô Wat waar 't een kostlyk ding, Als dit elk ter harte ging, Ongeveinsd in alle zaaleen; Zich onschuldig te vermaaken, En, gelyk de lieve jeugd, Zich te schikken bis. En, gelyk de lieve jeugd Zich te schikken tot de deugd. Vorige Volgende