Nieuw liedeboek, tot vermaak van 't algemeen(1794)–Anoniem Nieuw liedeboek, tot vermaak van 't algemeen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] De welberaade moeder. Wyze: 'k Weet wel wat myn Kindje schort, enz. Waarom of myn Zantje schreit? Och, wat deert u? schaapjen! Jeukt de maag u? lieve meid! Pruilt gy om een slaapjen? Steekt u hier of daar een speld? Is 't een windjen, dat u kwelt? Of zyn 't norsche vlaagen? Dit moest ik u vraagen. Neen, ô neen, dat schort haar niet! 'k Zie 't wel aan heur handjen: t' Huis zyn is haar groot verdriet; Zy wil op een trantjen. - Speelmeid, kom, laat staan wat staat, Fluks eens met Suzan op straat! 'k Wed om drie pasteiën, Zy zal niet meer schreiën. [pagina 16] [p. 16] Maar, geloof my, kopjekril! 't Ryk zal vast niet duuren, Dat zich moeder schikken wil Na uw wufte kuuren; Als we ons beide regt verstaan, Zal ik zelv' de noo ten slaan, En u, schalkjen! dwingen, Naar myn lied te zingen. 'k Heb uit Cats, die wyzen man, Reeds een spreuk genomen, Hoe men jong rys huigen kan; Maar geen oude boomen: Hoor, dat zegt hy, lieve wicht! 'k Zal die spreuk, na mynen plicht, Ja dit moogt gy wagten, Tot uw best betragten. Kyk, hoe lagt myn zuigeling, Nu zy wordt gedraagen! ô dat vleiend olyk ding Legt alreê my laagen! Roept zy niet ‘dag, moederlief’! - Maar, nog eens myn hartendief, Gy geen scepter zwaaiën; Ik zal koning kraaiën. Vorige Volgende