't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– Auteursrechtvrij
[pagina 279]
| |
Uyt ’’t Casteel der Liefde, den 20 May.Straks is hier een post gekomen
Uyt het leger van de Min,
Dat de Bruydegom na zyn zin,
Heeft de Wallen ingenomen.
Van d’’onwinnelyke Stad
Maagdenburg, waar uyt sal volgen
Dat de Maagt niet meer verbolgen
Wesen sal het krygen sat,
Maar in ’’t end een vaste vrede
Sluyten sal met Ovendaal;
Als hy eenmaal zegenpraal
Over haar af keerigheden,
Als z’’hem alle ding ten besten
Geven sal, met stille trom,
En de Vrede-vlag rondom
Laten wayen van haar vesten.
| |
Uyt Vrede-stad, den 9. April.Dat de vreede tusschen Veris
| |
[pagina 280]
| |
En de lievende Ovendaal
Nu geslooten is: dat meer is
Dat de Vrede t’’eenemaal
Is bevestigt met veel lusjes,
En verzegeld mond, aan mond,
Met veel lonkjes, lagjes, kusjes,
Eeuwig duur’’ haar trouw-verbond.
Hare min moet vrugten geven,
Kind’’ren ter bequamer tyd,
Daar men d’’Ouders in ziet leven;
Vrugten daar de schrale nyt,
Hare tanden stomp op byt.
| |
Uyt het Eyland Cyprus, den 29 dito.Venus met haar Camenieren
Is aan d’’Amstelstroom geland,
Om het Bruylofts-bed te cieren,
Dat van reyne liefde brand,
Met een zwarin van Minnegoden,
Om de Bruydegom en Bruyd
Tot die soewtigheyd te nooden,
Die uyt ’’t lieve lieven spruyt.
Zo toont liefde haar vermogen,
En haar wonderbare kragt,
Die door twee hart-strelende oogen,
Eerst ter wereld is gebragt.
| |
[pagina 281]
| |
Dito uyt Liefdens-hoek.Dat de Bruydegom Roosendaal
Met verdrag heeft ingekregen
’’t Geen het lange tijd hield tegen,
Sonder loot of sonder staal.
Dat die Poort werd opgedaan,
Dat hy, na zijn welgevallen,
Op haar Conterscharp en Wallen,
Syn geschut mag planten gaan.
| |
Dito uyt Blyenburg.Dat m’’in stee van vreugde vier
Sal een frisse roemer wijn
Laten langs de tafel zwieren.
En verheugt van herten zijn:
En tot driemaal met een fluyt
Salvo schieten, op ’’t welvaren
Van de Bruydegom en Bruyd.
Die den Hemel lang wil sparen,
En voor ongeval bewaren;
Dat zy in gewenschte rust,
Mogen leven vele jaren
Ongequelt, niet ongekust.
| |
[pagina 282]
| |
Hoe de Speel-knegts moeten leven
Wyl zy op de Bruyloft zijn.
Dat zy vrolijk van gemoet
En van geest de gasten voorgaan,
En een natte storm doorstaan;
Die de geest verheugen doet.
Datze niet zijn al te Wys
Om eens wakker om te springen,
Om eens helder om te zingen,
d’’Aldervrolikste heeft de prys!
T’’Amsterdam by Floor de Geest
Word gedrukt en uytgegeven,
Hoe Speel-meysjes moeten leven
Als zy zijn ter Bruylofts-feest.
Dat zy tot vermaak bereyt
Vrolijk moeten zijn, en quelen,
Iokken, boerten, mallen, spelen,
Bly van geest in eerbaarheyd.
Datz’’ all’’ afkeer, ja den schijn
Daar van leggen af, en denken
’’t Sal haar eer in ’’t minste niet krenken,
Dat zy openhartig zijn.
|
|