't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijToon: Als Boxvoetje speelt, &c.Wel Vrysters, wat schort ’’er, [hoe] sitje dus stil,
En olijk? zijt vrolijk, speel kuytje, kom dril,
En voetjes trant tra.
Ay reyje kom dra;
Wy moeten van avond nog eens op de tril.
2 Stil hoorse geen bas, geen veel nog geen fluyt
Geen speelen, geen quelen, geen luchtig geluyt?
Soo benje wel doof:
Of naar ik geloof,
Denkt ellek: gants lyden was ik de Bruyd.
| |
[pagina 231]
| |
3 Dat heb ik, al zwygjet ten eerst geraan,
Daar onder, is ’’t wonder, daar schortje aan,
De vreugt van de doek
Schuylt wis in de broek:
Maar Roosje, mijn Croosje, het sal nog wel gaan.
4 Al graaft je gespeeltje nu grif het vet,
Al windse en vindse haar vreugd in het bed,
Denkt: Grietje nu gy,
En morgen wy,
Geen rimpelig vel ons ’’t soenen belet,
5 Des houje nog lustig al leefje hoop.
Het vryen, heeft tyen, de Trouw komt ter loop.
Doe mee als de Bruyd,
Dat selfde kruyd,
Dat Iasper heeft, hebben wy mee nog te koop.
|
|