't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStemme: Kom Margrietje, etc.Speelgenootjes, soete dieren,
Hoorje niet hoe dat men praat?
Van ’’t gevegt, vreemt in manieren,
Sonder dat men dood of staat, o neen:
Die geen, die dees stryd verkiest
Wind, wanneer hy het verliest.
2 Wilje meed: niet aan het kampen,
Of en hebje geen party?
Dat ’’s te slegt wat duysent rampen!
Siet wie sit hier aan u zy? Een borst
Die dorst (mogt hy ’’t maar bestaan)
Met jou wil een Oorlog gaan.
| |
[pagina 226]
| |
3 Lust jou tegens my te vegten
Lijf om lijf, hand tegen hand,
Om den Oorlog te beslegten,
Die daar woelt in ’’t ingewant,
Wiens gloed, dat de mensch verdort,
En hy daar van lelijk word.
4 Neen ik merk je bent te statig,
Wilje niet, soo laat het staan,
Nu en weest niet quaat gelatig,
’’t Moet so in een bruyloft gaan, altijt
Wie ’’t spyt, ik moet by de wijn,
En de Nimphjes vrolijk zijn.
5 ’’t Sa, een glaasje uyt gedronken
Op een kusje, of een som,
’’t Sal te meer het hert ontfonken
Van de Bruyd en Bruydegom, , Gewis
Hy is, Ook soo garen by
Dese soete snoepery.
6 Nu mijn bekje drinkt het leegjes,
Daar mee krygje mee een soen,
Wees doch hier in niet te steegjes,
Of ik sal het ook niet doen, En zweer
Zo veer, Dat gy ’’t niet en klaart,
Agt ik u geen soenens waart.
7 Zo, daar wert een mensch gesont
En ik ben dat selden moe;
| |
[pagina 227]
| |
Nu ’’t sa, wakker, legje mont an,
’’t Was geseyd een sowentje toe,
Soo ’’n kus, By de Bruylofts-wijn,
Smaakt als Nectar van Iupyn.
8 Schenker schenkt weer als te voren
’’t Is voor onse naaste Buur,
Laat de tijd niet gaan verloren,
Want se valt te lydig duur, Wat raat
’’t Word laat, En dees Jonger-held,
Wenscht te zijn op Martis-veld.
9 Nu gaat heen vereende menschen
Vecht en schermt vry al je best,
Maar dit is ons herte-wenschen,
Dat s’’elkander niet enquest, O dood!
Zoo ’’t nood doet, roept alle bey,
Dat men kome in ’’t geschey.
10 Maar ik hoop ’’t sal anders lukken
Of je loopt bey groot gevaar,
En daar raakt licht een aan stukken,
’’t Kan ligt beuren in een jaar, Of eer,
Maar heer Bruydegom en Bruyd,
Dan ’’s nog de strijd niet uyt.
|
|