't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijToon: Princes hier koom ik.Menig my den Egten staat
Wel aanraat;
Maar ik agtse al voor quaat,
’’k Min het soete Klooster-leven,
’’k Kan de vreugd, Van de jeugd
Heel wel gegeven.
2 Trouwden ik wat had ik dan
| |
[pagina 215]
| |
Als een Man
Daar niet is als moeyten an?
’’k Zou dan moeten sijn believen
Alle daag // even graag
Met lief gerieven.
3 Kreeg ik dan een Kind of twee,
Had dan mee
Steeds een huysjen sonder vree,
’’k Zou dan moeten lueren wassen,
En altijd // Op ’’t gekrijt
Der Kinders passen.
4 Als de kinders worden out
Zijnse stout:
Dan is ’’t dat de trouw eerst rouwt:
Dus de vreugt die trouwen teelden
Is dat zy // Ons een ry
Van zorgen deelden.
5 Wel gelukkig dan een Maagd,
Die haar vraagt
Dat geen trouwen haar behaagt:
Komt een klooster eens bespieden,
’’k Weet het sal // U ten tal
Van meer vreugden bieden.
|
|