't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStem: FloridaGenooden, die gekomen zijt
Ter Bruyloft, om te zijn verblyt
Ik bid wilt stadig denken,
| |
[pagina 201]
| |
Om ’’t eeuwig vreugdig Bruilofsmaal
Dat God in ’’s Hemels hooge Zaal,
Zijn lieve Bruid sal schenken.
2 Ey! en vergaapt u hier dog niet
Aan ’’t geen gy smaakt of hoort of siet
’’t Zijn al maar yd’’le dingen,
Te laag voor ’’t Christelijk gemoet,
Dat sig met hoger dingen voet,
En voor sulks moet bedwingen.
3 Als u de spijs en drank niet smaakt
Of Singers keel u ’’t oor vermaakt,
Wilt dan met aandagt denken,
Soo God den Mensch dees so geeft,
Die steeds in boosheit leeft,
Og wat zal hy wel schenken!
4 Aan die nog vlek nog rimpel heeft,
En steeds aandagtig suyver leeft,
In heil’’he wandelingen,
Die in ’’t Fortuyn als goud sal staan,
Als alles sal vergaan.
De aard en aardsche dingen.
5 O onbegrypelijke geneugt!
O onuytsprekelyke vreugt!
O soetheid, noyt volpresen!
O Rijk! o Kroon, o Hooge Troon!
| |
[pagina 202]
| |
O alderschoonste schoon!
Die daar sal eeuwig wesen.
6 Weg, weg dan met het aards onthaal
Ik hoop op beter Bruylofts-maal,
My namaals te vermaken,
Met mynen lieven Bruydegom,
O Soete Iesu kom
En laat my ’’t Hemelsch smaken.
7 Mijn ziel met vlijt u derwaarts spoet
En ’’t witte Bruylofts-kleed aan doet
Niet flau, maar ras en vaardig;
Star-oogt gestaag op ’’t Hemels heyl
Altyd een oog in ’’t zeyl,
De saak is ’’t dubbeld waardig.
|
|