't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– Auteursrechtvrij
[pagina 187]
| |
Stem: Hemelsche Venus stort, &c.Vrolijke herren,die in het bloejen,
En groeyen van ontsteken brand,
Na veel smerten, U hebt gaan spoejen
Tot den luksal’’ge Huwelyks band.
’’k Wensch dat de Heer, O! Algever aller goetheid,
Met zijn overvloedheid u mildelyk bestort
Dat geen hertseer , , Nog rampsalige woedheid
Nog te wrevelmoedigheid // U uwe vreugde schort:
Maar dat gy moogt als twee vereende lien,
Elkander liefd’’en trouwe minne bien.
2 ’’t Uurtje is nakend’’ // dat gy met lusjes,
Genieten sult gewenschte vreugd,
Een minneblakend’’ met duysent kusjes
Voldoen u pligt en soete jeugt.
Mijn Sang-godin // Geleit u met haar rymen
Na het bed daar Hymen met toortsligt schaamt verdooft,
Daar u de Min // Zal leeren lipjes lymen,
| |
[pagina 188]
| |
En in liefs arm swymen, Gantsch moeten afgeslooft,
Tot dat men weer verkregen d’’eerste stant
In trouwer min en vier’’ger liefde brand.
3 Tsa Bruylofts gasten wilt vroolijk wesen
Ter eere van dees vereende twee,
En ’’t hert ontlasten van sorg en vresen
En laat daar plaatsen vreugd in stee,
Voorts schenker schenkt, op dat ’’er werd gedronken
Een roemer vol geschonken, ter eeren van het Paar,
Dat niemant denkt, daar meede lang te pronken,
Want hier helpt geen lonken, en oogen op malkaar;
Maar elk die moet een glaasje drinken uyt,
Tot luk en heyl van Bruydegom en Bruyd.
4 Wilt Speel-genootjens de Bruyd geleyden
Na ’’t bed de worstel-plaats van lust,
Daar Minnegoodjens haar komst verbeyden,
En elk haar eens voor ’’t leste kust,
| |
[pagina 189]
| |
De Bruydegom die gluert vast over zye
Waarom gy benypen gaat zijn gewenste lust,
Kom, kom, ey! kom wilt met haar henen tyen,
En niet langer stryen, ’’t Is tijd dat zy haar rust,
En ’’t loon geniet dat Venus gund die geen,
Die eerlijk in ’’t Huwelijk zijn getreen.
|
|