't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStemme: La Cardinale, &c.Bruytje hoord, Wat heeft u dog bekoord,
U in den Echt te voegen?
Daar uw woord
Steets was ik wil wel voort
Wy sonder Man genoegen.
Maar seker segt een reysjes,
Of het niet, Was die u daar toe riep
De Gaarsvrouw van de meisjes.
2 Dus altoos, Vrees niet voor so gekoos,
Daar u Maagdom moet struyken,
’’t Is een roos, Die in een korte poos,
| |
[pagina 182]
| |
Den Bruyd’’gom sal besnuyken,
Want ’’t sou wel zijn aan gooren,
Blooden bloed, Die sulk volmaakt soet,
Niet garen sou oorboren.
3 Want my heugd, Man sey dat de vreugd
Des Mans is byde Vrouwen.
En ’’t geneugd, In ’’t Vrouwelyck jeugd
Dat ’’s met de Mans te houwen,
Speelnootjes laat niet slippen
Zoo een kans, U voor komt, [maar] avans,
Wilt doen met wel te kippen.
4 Volgt dan maar, Dit soet vereende Paar,
’’t Zal u ten soetst gedyen,
Eer u waar, Verdort en dat gy gaat
Gestelt soud zijn ter zyen.
Hoe soud ’’t dan verdrieten,
Noyt geen Man, En al de vreugd daar van
Iou leven te genieten.
’’t Is quaad te laten dat men garen doet.
|
|