't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStem: ’’t Sa Trompen en, &c.Help Musa mijn ’’t lof singen,
Al van een blaauwe scheen,
Wat nut het kan voort bringen,
Toont nu aan yder een,
Dies komt een Jong-gesel,
| |
[pagina 166]
| |
Nog uyt den dop niet wel,
Die het trouwen, Wis sou rouwen,
Kent hy ’’t wel?
2 Die dan door dit weygeren,
Nog wat te langer wagt:
Of die hoog wil steyg’’ren,
Hem zelfs al te groot acht,
Krijgt hy een vlaauwe scheen,
Hem leert dat brave neen,
Beter letten, Sijn pols setten,
Na de reen.
3 Beurt het een reys of meere,
Datje krijgt dit neen,
’’t Sal u het vryen leeren,
Waar door je ligt krijgt een,
Die door deugd, geld of staat,
D’’eerst vet te boven gaat,
Dus u wagten, En veragten,
Strekt tot baat.
4 Het scharript ook de sinnen,
En maakt u een Poeet,
Schoon datje voor het minnen,
Daar niemendal van weet:
Maar groote nuttigheid,
Nog in het blautje leyt,
| |
[pagina 167]
| |
’’t Sal u leeren, En vermeeren
Lydsaamheyd.
5 Dog sou ik ’’t al opsoeken
Het Blaauwe scheene lof?
Een liedje niet, maar boeken
Schreef ik van desen stof,
Daarom of ’’t u geschied,
Maakt daarom geen verdriet,
Want het kyven, Van qua Wyven,
Hoorje niet.
|
|