't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijToon: Dat Iupiter in syn Throon.Al die den Echten staat
Door reyne liefd’’ ingaat,
Die trout veel heyl: diens trou blijft altijd vast;
En groeit en bloeit in spijt van alle last
Den Hemel die belooft,
Dat hy een regen
Druppen sal op ’’t hooft
Van heylig dauw, en milde zegen,
Die door reyne min
Treed tot het houw’’lijk in.
| |
[pagina 163]
| |
2 Het bedd’’ is altijt reyn,
Voor die in ’’t huw’’lijk zijn:
En ’’t geeft een vreugt gedurig dag op dag,
Meer als een kuysche Vryster denken mag;
Het Bruytje fris en fyn
Sal na dit nachje, Mijn getuyge zijn
’’k Wed vraagt het haar, zy geeft een lachje;
Maar zy zeyt het niet:
Dog ’’t is genoeg bedied.
3 Gespeeltjes, soo de Trouw
Dus tusschen Man en Vrouw
Is kuys en reyn; waarom dan lang gewagt?
En ’’t soet genot van sulk een Bedd’’ veracht,
Gy segt, de Maagdebloem
Word heel verduystert;
En uw grootste roem,
Word door de trouw geheel ontluistert:
Maar hoe kan dit zijn
Als ’’t Bedd’’ is kuysch en reyn;
4 By ’’t Saterlijk geslagt
Word ook de trouw veragt:
Maar yder een verfoeyt der Satyrs aard,
| |
[pagina 164]
| |
Mids die alom so groten onheyl baart
Wel Nimphjes toon u dan
Niet meer af-keerig,
Maar trouwt lustig an:
En toon u tot een vreugd begeerig:
Want het huw’’lijks-Bed
Is reyn en onbesmet.
S.W.
|
|