't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStem: Als ik den gulden. &c.Wanneer des deugts voorsigtigheit
Den Jongeling bestiert,
En hem op ’’t pad der kuysheit leit,
Zoo word de schoot geviert,
Door dien een wind vol zegening
In voorspoets zeijlen blaast,
Al wat de rampspoed tegen ging,
Blyft steeds by hem geplaast.
2 Dan kust hy met vermaak de mond
Van d’’overkuysche ziel,
| |
[pagina 146]
| |
In wien hy nu een Abigel vond,
Sie ooit in schipbreuk viel:
Maar heeft haar waardste goed bewaard,
Voor die zy ’’t waardigst agt.
De kuysheid is soo vroom van aard,
Dat s’’om de geylheit lagt.
3 Het zy gehuwd, of ongehuwd,
Die dit genoegen siet,
En nog ’’t vermaak van ’’t trouwen schuwd,
Hy hem de soetheit niet:
Want d’’aldermeeste lust en rust,
Met deugdens soet vermengt,
Is daar de Bruyd de Bruydegom kust
En hem haar traantjes schenkt.
|
|