't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStem: Lieve Dogters, &c.d’’Wyl wy samen zijn geseten
In dees blyde Bruylofts-feest,
Past ons geen bezwaarden geest;
Droefheyd moet nu zyn versmeten,
Want de vreugtt voegy by de wijn,
In weldoen en vrolijk zijn.
2 Laat ons dan de vreugt vermeeren,
Samen met een soet geluyt,
Onse Bruydegom en Bruyt
Nog met wenschen wat vereeren:
Dat een yder haar dan wens,
Al het heyl dat oyt een mens.
| |
[pagina 76]
| |
3 Van zijn Schepper heeft genoten,
In zijn leven en zyn Echt:
Wenst dat daar aan zijn gehegt,
Dat zy haar Geslagt vergrooten:
Wenst dog dat de Bruid bevint
Wat m’’in d’’Echt eerst overwint.
4 Wenst haar dat het Egte-bouwen,
Neffens vreugd, ook vrugten geeft:
Wenst haar dat zy ook beleeft
Dat haar Spruyten egtelijk Trouwen
Wenst dat haar ooit mag geschien,
Dat ’’s haars vrugten vrugt mag sien.
5 Wenst de Bruyd’’gom soo veel vrugten,
Als hy selver wesen kan:
Wenst hem ook dat hy daar van
Mag genieten veel genugten:
Wenst dat hy krijgt binnen ’’t jaar
Soon en Dogter, dat ’’s een paar.
6 Wenst ook dat de Speel-genooten
En die hier te vryen zijn,
Haast geraakten uyt haar pijn,
Dat’’s het groote Gild vergrooten,
Wenst dat elk zijn staat geniet,
Al ’’t geen dat hier wensch’’lijk hiet.
7 Wenst en wilt ’’er ook na tragten,
| |
[pagina 77]
| |
Dat de wijn en Bruylofts-vreugd
Ons in matigheid verheugd;
Wens dat yder sig mag wagten
Van wulpsheid en overdaad,
En soo mijd het sondig quaad.
8 Dats ’’s gewenst en saam gesongen:
’’k Wens dat dese vrolijkheid,
Ons tot grooter vreugd geleyd:
’’k Wens de vreugde die geen tongen
Oyt na waard gepresen heeft,
Eeuwig van ons werd beleeft.
|
|