't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijMatth: Cap. 6 vers 9.Onse Vader in ’’t Hemelrijck,
Die ons heer Kinders al gelijk:
en wist
| |
[pagina 70]
| |
dat wy u roepen aan,
Als wy met noode zijn begaan,
Geeft dat niet bid alleen den mond,
Maar dat het gaa van herten grond.
2 Geheiligt uwen Name zy.
Uw’’ Woord ongevalst blyft ons by:
Dat wy ook leven heyliglijk,
Na uwe Name weerdiglyk,
Behoet ons Heer voor valsche leer,
Dat arm vervoerde volk bekeer.
3 Uw’’ Koninkrijk komt, o Heer goet
Hier, en hier na. Den Trooster soet,
Geeft ons,die Christus ons toefen,
Met zijne gaven veelerley:
Spreekt Satanss toorn ’’t groot gewelt;
Voor zyn ergheid uw’’ Kerk herstelt.
4 Uw’’ wil geschied’’, o Heer gelijk
Op aarden als in Hemelrijk.
| |
[pagina 71]
| |
Geeft ons gedult in lydend pijn,
Gehoorsaam allesints te zijn,
Neemt van ons weg vleesch end ebloet
Dat tegen uwen wille doet.
5 Geeft ons huyde ons daaglijks broot,
En ons behoeften tot lijfs nood.
Behoet ons Heer voor twist en strijd,
Voor pest en ook voor dieren tijd;
Dat wy in goede vrede staan.
Doet sorgvuldigheid van ons gaan.
6 Onse schulden vergeeft ons Heer,
Dat zy ons niet bedroeven meer.
Soo wy ook die wy schuldig zijn,
Haar schult vergeven dit termijn:
Tot haren dienst maakt ons bereyd,
In regte liefd’’ en eenigheyd.
7 Leyd ons Heer in bekoring niet,
Als ons de boose geest strijd biet,
Ter regter of ter slinker hand:
Helpt ons te doen zijn wederstand.
In regt betrouwen onbevreest,
Door den trooster den Heyl’’gen Geest.
8 Van alle quaad verlost ons meer,
In dese quaden tyden Heer:
Vrijd ons van den eeuwige dood,
En troost ons in den laatsten nood.
| |
[pagina 72]
| |
Doet ons altijd goed onderstand;
Neemt onse zielen in uw’’ hand.
9 Want u o Vader is dat Rijk,
En de kragt over al gelijk.
U& is ook alle Heerlijkheid.
Met Christus uwen Soon alleyn;
En den Heyligen Geest gemeyn.
10 Amen: dat is het werde waar;
Sterkt ons geloove wankelbaar;
Op dat wy niet twyffelen daar aan:
Wy sullen dit alles ontfaan;
Na uwen wil om Christi Naam;
Door welken ons beed’’ is gedaan.
|
|