't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStem: Onlangs geleen &c.Weg nare zugjes:
Weg ongenugjes:
Weg droeve fantasy:
Weg, weg, melancholy;
Niet langer stuur en suur
By u gebuur, want al te guur
Baart twistig vuur,
Bestuur u qua natuur.
2 Tot vrolijkheden
Word elk gebeden,
Van Bruydegom en Bruyt,
En van haar Speel-Cornuyt,
Dus singt en springt van vreugt,
Voor l de Jeugt:
En scheyt geneugt, In eer en deugt
Verheugt terwijl gy meugt.
| |
[pagina 43]
| |
3 Weest fray en geestig,
Niet boers nog beestig,
Te dronken nog ook vol,
Hol over kol, nog dol,
Benijt, verwyt, nog bijt;
En strijt nog smijt:
Waar lijt en mijt, En zijd verblijt,
En vijlt u na den tijt.
4 De boose reden, Werd niet geleden,
Dus brengt wat aardigs voort,
Het welk men gaarne hoort.
Agt redeloos gekal, Te slegt en mal:
’’t Heeft val nog stal:
’’t Laakt slot nog wal:
’’t Is al maar dwaas geral.
5 Bedenk Quink-slaagjes,
Sinryke Vraagjes,
En spel en boertery,
Dog soet niet al te vry,
De vuyle praat en daat,
Versmaat en haat; Want geyl gelaat
Mistaat, en schaat,
En raat een aar tot quaat.
6 Waar kuisse lusjes
Tot leck’’re kusjes
Gevry, gevley, gestreel,
| |
[pagina 44]
| |
Gelonk, gelag, gequeel,
Al goet, en soet, en vroet,
Een reyn gemoet; Maar wat gy doet
Geen sonden voet?
Verhoed den Ioabs groet.
7 Weest soet en sedig:
Vernoegt en vredig:
Beleeft en keus van mond,
Opregt en goet van grond,
Is yemand sot of bot,
En drijft geen spot,
Maar dekt de pot, En tot een slot,
Dreeft God, na zijn gebot.
8 Vereende menschen,
Wat sal ’’k u wenschen?
Ik wens u met de rest,
Het alderbest op ’’t lest,
En dat de Heer u heer, Van qua begeer
En meer en meer, Na Christi leer,
Bekeer tot zijner eer.
9 Wel aan Gespeeltjes
Bereit u keeltjes,
En singt eens tot besluit,
Dees lesjes lustig uyt:
Bekoor soo ieders oor, Tot goet gehoor
Gaat selfs wel voor en geeft daar door
| |
[pagina 45]
| |
Den and’’ren ’’t regte spoor.
|
|