't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStem: Schoonste Nimph.Wel heeft Salomon geseyt,
Ydelheyt,
Ydelheyt zijn alle dingen,
Zijn dan alle dingen niet
Dan verdriet?
Wat kan eensaamheit voortbrengen?
2 Wat is dog den mensch alleen?
In ’’t gemeen?
Wat is dog den mensch allene,
Die dikwils hier met geklag
Nagt en dag,
Word besegt met veel gekwene.
3 Die slegts vreemde oogen siet,
Vrienden niet
Heeft geen kinderen nog neven,
Nog met geen vriend’’lijk gemoet
Word gegroet,
Onsoet is des menschen leven.
4 Laat hem werken vroeg en laat,
’’t Helpt nog baat,
| |
[pagina 38]
| |
Om het hoopje te vermeeren,
Wat hy wint, of wat hy doet,
Spaart of Vroet,
Wie sal ’’t overschot verteeren?
5 ’’t Is veel beter met zijn tween,
Dan alleen,
Om de last te helpen dragen,
Want dat op twee schyven glijt,
Beter vlijt;
Dan dat eene doet bewegen.
6 Is dat een van beyde valt,
d’’Ander sal ’’t
Trouw’’lijk zoeken te beletten,
Komt d’’een in, d’’ander mee,
Elk is ree,
Om terstont een stoel te setten.
7 Een is overwonnen haast,
En verbaast:
Een alleen komt haast te sneven,
Twee dik snoer van Hennip of vlas,
Breekt niet ras,
Enkelt sal hem haast begeven.
8 Twee in d’’Egt te zaam gepaart
En vergaart,
Konnen samen sig verwermen,
Die alleen is en word oud,
| |
[pagina 39]
| |
Dikwils seyd hy og erbermen.
9 Wat de Prediker hier leert,
Practiseert,
’’t Is een goeleer, soo ik meene,
Want God selfs sprak in voorspoet,
’’t Is niet goet,
Dat de mensche zy alleene.
|
|