De nieuwe vermaakelyke gaare-keuken
(1746-1747)–Anoniem Nieuwe vermaakelyk gaare-keuken– AuteursrechtvrijZingende en kwelende verscheyde aardige en boertige liederen en ernstige gezangen. Alle op bekende voyzen. Noyt in deze order zo Gedrukt. IIIde stuk
[pagina 71]
| |
Stem: Hoe vriendelijk is het Jagen.
ANtwerpe Kasteel verheven,
Ik kom uw spreeken aan,
Of gy uw wilt begeven,
Om onder mijn te staan,
De Stad is door mijn order
Over, met goed accoord,
En dus begeer ik vorder,
't Kasteel dat daar aan hoord:
Ik zend uw Clermond als een Held,
Met veel' Duysend Knegten,
Die zal in kort met geweld,
Uw tragten te bevegten.
Commandant van 't Kasteel.
Wel Souvereyne Konink,
Ik had uw zin verstaan,
Komt gy dus uyt uw Woonink,
Zo veer om mijn gegaan,
Ik moet uw refugeren,
| |
[pagina 72]
| |
Want ik ben hier gesteld,
Om my te defenderen,
Ik trek het Keyzers Geld:
Ik heb het Huys van Oostenrijk
Gediend zo lange Iaaren,
Daarom ô Konink Lodewijk,
Mijn Eer wil ik bewaren.
Clermond tegen de Commandant.
Wild na de Konink hooren,
Het geen hy uw gebied,
Wiltg' zijn Gemoed verstooren?
Dan raakt gy in 't verdriet,
Wat zal het uw dan baaten,
Als men 't Kasteel schiet plat?
Gy moet het dog verlaaten,
Daarom doet als de Stad,
En opend uw Barier en Poort,
Laat ons daar binnen komen,
Want geeft gy over met accoord,
Behoeft gy niet te schromen.
Den Commandant tegen Clermond.
Is uw de Stad gegeven,
Dat en gaat mijn niet aan,
Ik ben maar hier gebleven,
Om 't Kasteel voor te staan;
Mijn Panduurs en Crowaten,
Die vreezen Vlam nog Vyer,
Ik heb veel kloeke Soldaten,
Zy vragen geen Quartier:
Ook heb 'k Kruyd met Grof Kanon,
Ook Bomben en Mortieren,
Ik zal de Magte van Bourbon,
Daar med' in 't minst niet vieren.
| |
[pagina 73]
| |
Hoe Clermond zijn Magt commandeerd om 't Kasteel te Bombarderen.
Za kloeke Bombardieren,
Ik breng 't Koninks bevel,
Smijt Bomben en Mortieren,
Al op het Citadel,
Men zal die sterke Wallen,
En het Kasteel zijn glans,
Door ons Geschut doen vallen,
Allon hier is avans,
Vald het Kasteel maar dapper aan,
Vreest Panduur of Crowaten,
Wy hebben tegen eenen Man,
Twintig kloeke Soldaten.
Hoe men het Kasteel zag Bombardieren.
Het Kanon toonden zijn kragten,
Men schoot zonder Quartier,
By Dag en ook by Nagten,
't Was altijd Vlam en Vyer,
De Bomben uyt d' Mortieren,
Die zag men by de Nagt
Vliegen, als Kolen Vyeren,
Al van de Franse Magt,
Die van 't Kasteel deden hun best,
Met Bomben, Handgranaten,
Om te bevryden hunne Vest,
Maar het kond' hun niet baten
Men zag de Franse aan vallen,
Met een zeer groot geweld,
Dat Battery en Wallen
Door hun wierd neer geveld,
Den Commandant vol eeren,
Vond hem als dan geraan,
| |
[pagina 74]
| |
Om te Capituleren,
Het Witte Vaandel wierd geplant,
Op het Kasteel met lusten,
Het Gevegt kwam tot een stilstand,
De Oorlogs Wapens rusten.
Hoe het Guarnisoen van het Kasteel trok.
Men gaat Capituleren,
Hoe dat het Guarnisoen,
Met Krijgs-gebruyk vol Eeren,
Den aftrek zoude doen,
Van het Kasteel verheven,
Na de Bredaasze Hey,
Om hun zo te begeven,
Naar onze Arremey,
Vaendels, Standaarden en Geweer,
Wagens met veel Bagagie,
Kregen zy mede tot begeer,
Kruyd, Lood, tot avantagie.
|
|